Par 3.4 deel 2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Welkom bij het vak 

Economie

Pak je boek en spullen voor je,

mobieltjes in de telefoonzak, jassen uit en tassen van tafel

Lesdoelen 3.4

- Hoe werken wisselkoersen (euro's en vreemde valuta)?

Eurozone

Landen uit de EU die de euro als eigen munt hebben.

Wisselkoers

= geeft de verhouding tussen de euro en vreemde valuta aan. 

Lira (Turkije)

Dollar (US)

Britse Pond (Engeland)

Kroon (Denemarken)

Wisselkoersen: 3 berekeningen

1. Vreemde valuta (= buitenlands geld --> €
2. € --> vreemde valuta
3. Ik wil een 'X' aantal buitenlands geld hebben, hoeveel € heb ik daarvoor nodig?

Let op! De bank rekent provisie (= administratiekosten)

Gebruik de tabel op bladzijde 84

Wisselkoers is
de prijs van vreemd geld 

Ik koop bij de bank voor €800 aan dollars. Hoeveel dollars krijg ik? 

Ik koop bij de bank 500 pond. Hoeveel Euro’s moet ik betalen?

Wij hebben 325 Turkse Lira. Hoeveel euro's krijg je terug?

1. € 115,00
2. € 115,20
3. € 115,22
4. € 115,25

Wij hebben €200. Ik wil Deense kronen. Hoeveel kronen krijg ik terug?

1. 1478,00
2. 1478,02
3. 1478,05
4. 1478,08

Wij willen 125 Britse ponden. Hoeveel euro's heb ik daarvoor nodig?

1. € 157,10
2. € 158,20
3. € 158, 22
4. € 158,23

Provisiekosten (= administratiekosten)

Als jij vreemd geld koopt -> provisiekosten erbij optellen

Als jij vreemd geld verkoopt --> van jouw te ontvangen bedrag afhalen

De landen waar je met de euro kunt betalen vormen samen de eurozone.

1. Onjuist
2. Juist

Kosten die de bank berekend voor het omwisselen van geld noem je

1. wisselkoers
2. aandelen
3. provisie
4. opslag

Voor €1 koop je 8 Deense kroon. Hoeveel Deense kronen koop je met €250?

1. 0,032 Deense kronen
2. 0,125 Deense kronen
3. 1800 Deense kronen
4. 2000 Deense kronen

Wisselkoers is de prijs van vreemd geld

1. Juist
2. Onjuist

Aan de slag!

Kader:

Lezen:  blauwe teksten (blz. 84 & 85) 

Maken: Kader: Opdr. 40 t/m 43

(blz. 84 & 85)

rood = Iedereen is stil

  

oranje = Je mag de docent een vraag stellen

groen = Je mag met elkaar fluisterend 

overleggen

Klaar? 

K:  Alle Opgave (Blz. 91)