1km1 17/01/2023 interactief

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Les vandaag:

- Hoofdstuk 3, A.

- Toets volgende week

- Herhaling voor de toets

Hoofdstuk 3, A.

Bladzijde 143,

Opdracht 9

Opdracht 10

Samen met je buurman/buurvrouw

10-15 minuten

Toets volgende week:

Ja/Nee vragen

Ontkenningen

Woordvolgorde

Wie zitten er in mijn groepje?

Maak een ja/nee vraag van de volgende zin: You are his brother.

Maak een ja/nee vraag van de volgende zin: We can go later today.

Maak een ja/nee vraag van de volgende zin: I am late for class.

Wat gebeurd er in zinnen met Am/Are/Is/Can om er een ja/nee vraag van te maken?

Wat gebeurd er in zinnen met andere werkwoorden als: "You play football every day."?

Voor wie gebruiken we does in plaats van do?

Dus: Today I feel like working.
Wordt als ja/nee vraag:

En, "My dog likes water." wordt:
Want ...

En de 4 belangrijke werkwoorden zijn:

Maak van de volgende zinnen ontkenningen/negatief:
I am his brother.

Wat is het verschil tussen:
You are not here.
You do not like him.

Wat is het verschil tussen:
I do not go out much.
He does not go out much.

Dus wanneer gebruiken wij een vorm van do of does?

En wanneer gebruiken wij dan does in plaats van do?

Wat is de juiste woordvolgorde?

Zijn we dan ook in iedere zin alle delen hiervan nodig?

Maak twee zinnen waarin in beide zinnen één onderdeel mist.

Welk deel of welke delen missen er in deze zinnen? We have flowers at home

They cook dinner every monday.

Your dog was in my yard tonight.

Horses don't like rain.

My shoes are downstairs.

Het moeilijkste gedeelte vind ik tot nu toe: