Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 100 min
Éléments de cette leçon
4.4 Filmen met je ogen
Slide 1 - Diapositive
Waardoor zie je scherp
• lens maakt het beeld scherp op je netvlies • beeld is veel kleiner en op z'n kop • hersenen vertalen het beeld • je ziet nu ware grootte en rechtop
Slide 2 - Diapositive
scherp zien
• scherp zien- door ooglens die boller en platter wordt • lens kan van vorm veranderen, is elastisch • bolle lens: dichtbij scherp • platte lens: veraf scherp
Slide 3 - Diapositive
Goed zien: accomoderen
Slide 4 - Diapositive
accomoderen
beeld moet precies op netvlies komen om scherp te zien
voorwerp dichtbij: ooglens wordt boller = sterkere werking = beeld op netvlies
voorwerp verder weg = minder sterke werking = beeld op netvlies
Slide 5 - Diapositive
Aan de slag
Lees tekstboek blz. 96 en 97
Maak opdracht 2 t/m 6 in je werkboek van paragraaf 4.4
timer
20:00
Slide 6 - Diapositive
Slecht zien: bijziend en verziend
Slide 7 - Diapositive
Bijziend
Slide 8 - Diapositive
Verziend
Slide 9 - Diapositive
Ezelsbruggetje
Ben je Bijziend kun je alles dichtBij goed zien
en in de verte niet!
Ben je Verziend kun je in de Verte goed zien
maar dichtbij niet!
Slide 10 - Diapositive
Aan de slag
Lees blz. 97 in je tekstboek
Maak opdracht 7 t/m 10 van paragraaf 4.4 in je werkboek.
timer
15:00
Slide 11 - Diapositive
Waardoor kun je scherp zien?
A
Doordat er een beeld op het netvlies ontstaat.
B
Doordat de vorm van het netvlies verandert.
C
Doordat het beeld op het netvlies wordt omgedraaid.
D
Doordat de bolvorm van de ooglens verandert.
Slide 12 - Quiz
WAT IS EEN BELANGRIJKE TAAK VAN DE LENS?
A
KLEUREN ZIEN
B
STEVIGHEID GEVEN AAN HET OOG
C
VOORWERPEN VERGROTEN
Slide 13 - Quiz
Wat gebeurt er bij accommoderen
A
Er vormt zich een beeld op het netvlies
B
Er stroomt lucht van de trommelholte naar de keelholte