3.4 Formules met letters 1HV

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Paragraaf 3.4:

Formules met letters

Vandaag

- terugblik vorige les

- Formule met letters.

- Zelfstandig werken.

- Afsluiten.

Voorbeeld kaars

Ik koop een kaars. In het begin is hij 25 cm lang. Bij elk branduur word hij 2 cm korter. Maak de woordformule van de kaars in lengte in cm. 

Je begint altijd met de naam waar de formule over gaat:
in dit geval =  lengte in cm

Voorbeeld kaars

Ik koop een kaars. In het begin is hij 25 cm lang. Bij elk branduur word hij 2 cm korter. Maak de woordformule van de kaars in lengte in cm. 
Vervolgens zijn er twee getallen die je nodig hebt: het startgetal en het stijg/daalgetal. 

lengte in cm =                         aantal branduren

20−2⋅

Hoeveel cm is de kaars na 8 uur branden?

20−2⋅

Voorbeeld kaars

lengte in cm =                         aantal branduren

In de volgende paragraaf worden de woordformules korter geschreven! Het manier van uitrekenen blijft hetzelfde..

20−2⋅

Wat ga je leren?

 

Ik  leer wat een formule met letters is.

Ik kan een formule met letters invullen

ik kan een vermenigvuldiging met letters korter opschrijven

lengte in cm= 20 - 2   aantal branduren

hoe zou ik dat nog iets korter kunnen opschrijven?

⋅

Wat ga je leren?

lengte in cm= 20 - 2   aantal branduren

hoe zou ik dat nog iets korter kunnen opschrijven?

lengte in cm= 20 - 2  b

En zelfs uiteindelijk..

⋅

Wat ga je leren?

lengte in cm= 20 - 2   aantal branduren

hoe zou ik dat nog iets korter kunnen opschrijven?

lengte in cm= 20 - 2  b

En zelfs uiteindelijk..

lengte in cm = 20 - 2b

⋅

3.7 Letters in formules

Bij het huren van een spelcomputer hoort de woordformule: 

huurprijs = 15 + 5 ∙ aantal dagen.

Dit kan korter! Vervang het 'aantal dagen' door een letter 'd'

huurprijs = 15 + 5 ∙ d 

Voorbeeld:

3.7 Formules met letters zijn kortere woordformules.

huurprijs = 15 + 5 ∙ d  en huurprijs = 15 + 5d zijn 

formules met letters.

De punt tussen 5 en d laten we weg!

Dat mag want 5 is een cijfer en d is een letter.

1

2

3

Voorbeeld:  ik huur een spelcomputer. De kosten die ik moet betalen zijn te berekenen met de formule:

                                          kosten = 10 + 5d

Hoeveel moet ik betalen als ik de spelcomputer 2 dagen huur?

huurprijs = 15 + 5d

Hoeveel moet ik betalen voor 3 dagen?

1. 20
2. 10
3. 30
4. 25

Ander voorbeeld:  Elaine bezorgt pizza's. Het bedrag dat ze verdient is te berekenen met de formule:

                                          bedrag = 4 + 2a

a = aantal pizza's.

 Hoeveel verdient ze als ze 10 pizza's bezorgt?

Hoeveel verdient Elaine als ze 15 pizza's bezorgt?

bedrag = 4 + 2a

1. 30
2. 35
3. 40
4. 34

Vermenigvuldiging korter

• Je kan een vermenigvuldiging met een letter heel kort schrijven.
• We hadden eerst 5 x d
• Daarna schreven we  5  d
• Nu gaan we naar 5d

⋅

Weektaak: zie studiewijzer

Huiswerk voor woensdag 14 februari:

46 t/m 56

hoe? zelfstandig of fluisterend samen

Klaar? nakijken!

Je hebt nog ...... om te werken.

leerdoel bereikt?

wanneer heb je het leerdoel bereikt?