8.1 Nederland handelsland!

3 KADER
8.1 Nederland handelsland!
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

3 KADER
8.1 Nederland handelsland!

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen 8.1

- Waarom is er handel met het buitenland?

- Waarom is de handel met het buitenland belangrijk voor Nederland?


Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Internationale handel
Het kopen van of verkopen aan bedrijven in het buitenland. Internationale handel bestaat dus uit het in- en uitvoeren van goederen en diensten

Slide 5 - Diapositive

import en export
Nederland importeert goederen en diensten uit het buitenland. en exporteert ook goederen en diensten naar het buitenland.

Slide 6 - Diapositive

import



Import:

- er gaat geld naar het buitenland omdat we goederen/diensten kopen in het buitenland

        
Bijvoorbeeld: We voeren bananen in
                             Je bestelt een setje airpods via Ali Express
                             Jullie gaan op schoolreis naar Berlijn!



Slide 7 - Diapositive

export
Export: Het buitenland betaald ons geld doordat Nederland goederen/diensten verkoopt aan het buitenland

Bijvoorbeeld : Een Nederlands baggerbedrijf baggert in Dubai
                              Duitse toeristen kopen stroopwafels in Delft
                              We verkopen Beemsterkaas aan Duitsland

Slide 8 - Diapositive

open economie
Nederland heeft een open economie

Of Nederland naar verhouding veel met het buitenland handelt kun je meten m.b.v. de export- en importquote.

Slide 9 - Diapositive

handelsbalans
De handelsbalans (of goederenbalans) geeft een overzicht van de exportwaarde en de importwaarde van goederen. Het verschil tussen de export- en importwaarde noem je het saldo van de handelsbalans.

Slide 10 - Diapositive

Nationaal inkomen
De optelsom van alle inkomens uit arbeid en bezit (zoals loon, rente, huur, pacht).

Wat zegt dit? Je kunt pas vergelijken met andere landen als je het inkomen per hoofd van de bevolking weet.


nationaal inkomen : aantal inwoners = inkomen per inwoner

Slide 11 - Diapositive

import- en exportquote
Het percentage van de totale importwaarde of exportwaarde ten opzichte van het nationaal inkomen.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag met de opdrachten
Maken bladzijdes:
 218 weet je het nog
220 t/m 223 alle opdrachten paragraaf 8.1
blz 238 oefenopdrachten 8.1 

Slide 14 - Diapositive

Nederlanders houden graag vakantie in het buitenland. Als ze met een buitenlandse vliegmaatschappij reizen dan is er sprake van:
A
export van goederen.
B
export van diensten.
C
import van goederen.
D
import van diensten.

Slide 15 - Quiz

Wat zijn kenmerken van een land met een open economie?
A
Weinig invoer (import) en uitvoer (export) in verhouding tot de productie.
B
Veel invoer (import) en veel uitvoer (export) in verhouding tot de productie.

Slide 16 - Quiz

Het voordeel van import voor de Nederlandse consument is ...
A
meer keuze in goederen en diensten.
B
minder keuze in goederen en diensten.

Slide 17 - Quiz

Een voordeel van meer export is ...
A
dat de werkgelegenheid daalt.
B
dat de werkgelegenheid stijgt.

Slide 18 - Quiz

Wat is geen vorm van internationale handel?
A
Nederland verkoopt aan China
B
Duitsland koopt van Nederland
C
Brussel koopt van Londen
D
Amsterdam verkoopt aan Eindhoven

Slide 19 - Quiz

extra uitleg

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive