10.5 Oplossing en ontwikkeling: verzorgingsstaat en institutionalisering

10.5 Oplossing en ontwikkeling: verzorgingsstaat en institutionalisering
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

10.5 Oplossing en ontwikkeling: verzorgingsstaat en institutionalisering

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
- weten hoe de verzorgingsstaat is ontstaan
- weten wat een participatiemaatschappij is en wat de voor- en nadelen daarvan zijn.
- begrijpen wat institutionalisering is
- verschil kunnen aangeven tussen sociale instituties en politieke instituties

Slide 2 - Diapositive

Het ontstaan van de verzorgingsstaat
Tijdens, maar vooral na de Industriële Revolutie werd de sociale ongelijkheid voor veel mensen een steeds groter probleem. 
Arbeidsonrust, epidemieën en analfabetisme werden bedreigend voor de gevestigde burgers en voor de economische groei. 

Er ontstond politieke strijd en maatschappelijke debatten. De uitkomst was, dat er compromissen werden gesloten. De overheid  kreeg een belangrijke taak: het bestrijden van de ongelijkheid. 

De vakbonden hebben hier een grote rol in gespeeld, omdat zij opkwamen voor de belangen van de arbeiders.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

De overheid pakte de problemen aan via het onderwijs, voorzieningen als gezondheidszorg, stadsreiniging, drinkwaterbedrijven en werkloosheidsuitkeringen. 

Ook de uitbreiding van het kiesrecht, het ontstaan van democratie en de toenemende mogelijkheden van burgers om zich met politiek bezig te houden (democratisering) leidden tot nieuwe wensen en eisen aan de overheid; 

De verzorgingsstaat kwam tot ontwikkeling.

Democratisering:
Het proces van verandering van de machts- en gezagsverhoudingen door een grotere inspraak en medezeggenschap van degenen met minder macht. 

Slide 5 - Diapositive

participatiesamenleving
In een verzorgingsstaat zorgt de overheid voor het welzijn en de welvaart van de burgers. In Nederland is dit langzamerhand veranderd in een participatiesamenleving. 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Vidéo

Wat vinden jullie van de participatiesamenleving?

Slide 9 - Question ouverte

De overheid beschermde de mensen tegen de meest noodzakelijke gevaren (bijv. oorlog). 
Een staat waarin de mensen geholpen worden van geboorte tot de dood.
De overheid neemt een aantal zaken voor zijn rekening in de samenleving, maar de mensen moeten ook zelf wat doen.
Een maatschappij waarin zo veel mogelijk mensen mee moeten doen in de samenleving en de overheid voor een sociaal vangnet zorgt.
Nachtwakerstaat 
Verzorgingsstaat
Zorgzame samenleving
Participatiestaat 

Slide 10 - Question de remorquage

Zet de woorden in de juiste volgorde, je houdt woorden over.
De
verzorgingsstaat
is
het
de
oorzaak
gevolg
van
de grondswetwijziging van 1983

Slide 11 - Question de remorquage

Zet de periodes op de juiste plek in de tijdlijn.
1800
1850
1900
1950
2000
economische crisis
Sociale kwestie
Tweede Wereldoorlog
opbouw verzorgingsstaat
wederopbouw

Slide 12 - Question de remorquage



Die uitkering is het resultaat van...
Die uitkering is het resultaat van...
A
...een verzorgingsstaat
B
...een participatiesamenleving

Slide 13 - Quiz

Wat betekent een participatiesamenleving? Een samenleving waarin iedereen...
A
gelijke kansen krijgt en WW kan aanvragen
B
meedoet, zonder hulp van de overheid
C
vrijwilligerswerk doet
D
minder belasting betaalt

Slide 14 - Quiz

Doet de participatiesamenleving een te groot beroep op familie?
A
Ja, ik vind dat je dat niet kunt verwachten.
B
Nee, je hoort je ouders gewoon te verzorgen.
C
Nee, iedereen moet voor elkaar zorgen.

Slide 15 - Quiz

Institutionalisering
Het gaat dus om het ontstaan van politieke en sociale instituties. 

In de loop der eeuwen is de samenleving steeds ingewikkelder geworden, waardoor er ook steeds meer instituties ontstonden, die er voor zorgen dat mensen wisten waar ze zich aan moesten houden (standaard gedragspatronen). 

Het maken van wetten en het ontstaan van de verzorgingsstaat zijn voorbeelden van institutionalisering. 

institutionalisering
Een proces waarbij een complex van waarden en min of meer geformaliseerde regels vastgelegd wordt in standaard gedragspatronen, die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren. 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Sociale institutie :

een complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren.
Politieke institutie: 

complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties rond politieke machtsuitoefening en politieke besluitvorming reguleren

Slide 18 - Diapositive

Het gaat dus – net als bij sociale instituties – om een complex van regels die er bestaan rondom het gedrag van mensen. 

Bij politieke instituties gaat het om de regels rondom politieke besluitvorming en politieke machtsuitoefening. Een politieke institutie is dus een bijzonder soort sociale institutie.

Slide 19 - Diapositive

KERNCONCEPT Sociale institutie (1)
Een                  van min of meer geformaliseerde            die het                van mensen en hun onderlinge  reguleren.
        complex
          regels
         gedrag 
         relaties

Slide 20 - Question de remorquage

Prinsjesdag is een
A
sociale institutie
B
politieke socialisatie
C
politieke institutie
D
acculturatie

Slide 21 - Quiz

In de afbeelding is sprake van:
A
sociale institutie
B
politieke institutie

Slide 22 - Quiz

In de afbeelding is sprake van:
A
sociale institutie
B
politieke institutie

Slide 23 - Quiz

Huiswerk
Maak samenvatting t/m par. 10.5
Maak opdracht 14, 15 en de diagnostische toets
blz 113 tm 117


Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Lien