Welke reactie is het snelste (kies steeds tussen de twee en leg uit waarom)
A: een suiker klontje laten reageren met water
B: een schep suiker laten reageren met water
A: 0,5 M zoutzuur met 1,0 M natronloog laten reageren
B: 0,75 M zoutzuur met 1,0 M natronloog laten reageren
A: De vorming van ammoniak bij 30 graden celsius
B: De vorming van ammoniak bij 80 graden celsius