Herhalingsles thema 3 & 4
1 / 50
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welk woord hoor je?
A
de familie
B
het gezin
C
de ouders
D
de broer
Slide 2 - Quiz
Waar zie je de opa?
Slide 3 - Sondage
de of het?
..... ouders
..... ouders
A
de
B
het
Slide 4 - Quiz
de of het?
..... kleinkind
..... kleinkind
A
de
B
het
Slide 5 - Quiz
de of het?
..... ouders
..... ouders
A
de
B
het
Slide 6 - Quiz
de moeder
het gezin
de zoon
de vader
de dochter
Slide 7 - Question de remorquage
Welk woord hoor je?
A
de oom
B
de tante
C
de nicht
D
de neef
Slide 8 - Quiz
Waar zie je de jongen?
Slide 9 - Sondage
de of het?
..... kind
..... kind
A
de
B
het
Slide 10 - Quiz
de of het?
..... nicht
..... nicht
A
de
B
het
Slide 11 - Quiz
de of het?
..... vrouw
..... vrouw
A
de
B
het
Slide 12 - Quiz
de tante
de nicht
de jongen
het meisje
de vriend
de neef
Slide 13 - Question de remorquage
Welk woord hoor je?
A
de klasgenoot
B
de baas
C
de baby
D
de volwassene
Slide 14 - Quiz
Waar zie je de puber?
Slide 15 - Sondage
de of het?
..... team
..... team
A
de
B
het
Slide 16 - Quiz
de of het?
..... collega
..... collega
A
de
B
het
Slide 17 - Quiz
de of het?
..... schoolkind
..... schoolkind
A
de
B
het
Slide 18 - Quiz
de peuter
de volwassene
de kleuter
de baas
de buren
Slide 19 - Question de remorquage
Welk woord hoor je?
A
scheiden
B
alleenstaand
C
verliefd
D
trouwen
Slide 20 - Quiz
Waar zie je de verjaardag?
Slide 21 - Sondage
de of het?
..... bruiloft
..... bruiloft
A
de
B
het
Slide 22 - Quiz
de of het?
..... begrafenis
..... begrafenis
A
de
B
het
Slide 23 - Quiz
de of het?
..... geboorte
..... geboorte
A
de
B
het
Slide 24 - Quiz
alleenstaand
samenwonen
de bruiloft
de geboorte
scheiden
verliefd
Slide 25 - Question de remorquage
Waar zie je de sla?
Slide 26 - Sondage
Welk woord hoor je?
A
de tomaat
B
de druiven
C
de banaan
D
de sinaasappel
Slide 27 - Quiz
de of het?
..... ui
..... ui
A
de
B
het
Slide 28 - Quiz
de of het?
..... fruit
..... fruit
A
de
B
het
Slide 29 - Quiz
de of het?
..... groente
..... groente
A
de
B
het
Slide 30 - Quiz
de komkommer
de appel
de peer
de sinaasappel
de banaan
Slide 31 - Question de remorquage
Welk woord hoor je?
A
het zout
B
het brood
C
het water
D
de kruiden
Slide 32 - Quiz
Waar zie je de kruiden?
Slide 33 - Sondage
de of het?
..... brood
..... brood
A
de
B
het
Slide 34 - Quiz
de of het?
..... olie
..... olie
A
de
B
het
Slide 35 - Quiz
de of het?
..... peper
..... peper
A
de
B
het
Slide 36 - Quiz
de kaas
de olie
de worst
de hagelslag
de thee
de koffie
Slide 37 - Question de remorquage
Welk woord hoor je?
A
de kip
B
de vis
C
het mes
D
het ontbijt
Slide 38 - Quiz
Waar zie je de vork?
Slide 39 - Sondage
de of het?
..... mes
..... mes
A
de
B
het
Slide 40 - Quiz
de of het?
..... rijst
..... rijst
A
de
B
het
Slide 41 - Quiz
de of het?
..... avondeten
..... avondeten
A
de
B
het
Slide 42 - Quiz
de vis
de pasta
de kip
de rijst
de soep
Slide 43 - Question de remorquage
Welk woord hoor je?
A
het glas
B
het koekje
C
het snoepje
D
het bord
Slide 44 - Quiz
Waar zie je de beker?
Slide 45 - Sondage
de of het?
..... cola
..... cola
A
de
B
het
Slide 46 - Quiz
de of het?
..... linzen
..... linzen
A
de
B
het
Slide 47 - Quiz
de of het?
..... kiwi
..... kiwi
A
de
B
het
Slide 48 - Quiz
de frisdrank
de honger
het ei
de beker
de yoghurt
de kiwi
Slide 49 - Question de remorquage
Hoe ging het bij jou?
😒🙁😐🙂😃
