Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Taal Thema 5-week 1 - les 4 verwijswoorden
De jongen zit op het hek. Hij kijkt naar de paarden.
Waar verwijst “hij” naar?
A
De jongen
B
Zit
C
Op
D
Het hek
1 / 19
suivant
Slide 1:
Quiz
Taal
Basisschool
Groep 5
Cette leçon contient
19 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
De jongen zit op het hek. Hij kijkt naar de paarden.
Waar verwijst “hij” naar?
A
De jongen
B
Zit
C
Op
D
Het hek
Slide 1 - Quiz
Othman eet een bord pasta. Dit heeft hij zelf gemaakt.
Waar verwijst “dit” naar?
A
Othman
B
eet
C
Een bord
D
Pasta
Slide 2 - Quiz
De auto van Daan is kapot. Zijn vader kan de auto repareren.
Waar verwijst “zijn” naar?
A
De auto
B
Kapot
C
De vader
D
De vader van Daan
Slide 3 - Quiz
De kinderen gaan zometeen hard aan het werk. Ze hebben geleerd hoe ze verwijswoorden kunnen herkennen en toepassen in een zin.
Waar verwijst “ze” naar?
A
De kinderen
B
Groep 5
C
Werk
D
Verwijswoorden
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Vidéo
Instructie
Het boek is van Gabriela. Het boek van Gabriela is heel leuk.
Het boek is van Gabriela.
Haar
boek is heel leuk.
Verwijswoord: haar
Verwijst naar: Gabriela
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
De jongen zit op het hek. Hij kijkt naar de paarden.
Hij
De jongen
Slide 8 - Diapositive
Juf Else springt het water in, want ze heeft het warm.
Ze
Juf Else
Slide 9 - Diapositive
Othman rijdt op een nieuwe fiets.
Deze heeft 3 versnellingen.
Deze
De nieuwe fiets
Slide 10 - Diapositive
De kinderen zijn zonder juf in de klas.
Ze ruimen haar klas op.
Ze
Haar
De kinderen
De juf
Slide 11 - Diapositive
De kinderen zijn zonder juf in de klas.
Ze ruimen haar klas op.
Ze
Haar
De kinderen
De juf
Slide 12 - Diapositive
Waarnaar verwijst het woord
Marijke pakt de koektrommel want
daarin
zitten koekjes
Slide 13 - Question ouverte
Wat is het verwijswoord?
Marijke zit in het vliegtuig, omdat ze op vakantie gaat.
Slide 14 - Question ouverte
Wat is het verwijswoord?
Marijke zit in het vliegtuig, omdat ze op vakantie gaat.
Slide 15 - Question ouverte
Naar welke woord of woordgroep verwijst het onderstreepte woord?
Daan loopt naar de buurvrouw en belt bij
haar
aan.
A
Daan
B
de buurvrouw
Slide 16 - Quiz
Welk verwijswoord hoort op de lege plek?
De hond blaft naar de vogels,
.....
wil de vogels vangen
A
hij
B
wij
C
het
Slide 17 - Quiz
Welk verwijswoord hoort op de lege plek?
De jongen eet aardbeien. Hij doet
....
op zijn boterham.
A
hem
B
het
C
ze
Slide 18 - Quiz
aan het werk
Taal
Thema 5, week 1, Les 4
OPGAVE 2
OPGAVE 3
plussen
Slide 19 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Taal Thema 5-week 1 - les 4 verwijswoorden
Janvier 2021
- Leçon avec
26 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 5
Taal Thema 5-week 1 - les 4 verwijswoorden
Octobre 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 5
Taal :uitleg verwijswoorden 2
Janvier 2022
- Leçon avec
11 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 5
eel 6b, blok 1, week 3 Les 3 oppervlakte van rechthoeken
Janvier 2020
- Leçon avec
26 diapositives
Rekenen
Basisschool
Groep 6
Close reading LUCHTPOST VOOR DE KERSTMAN
Décembre 2023
- Leçon avec
48 diapositives
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 8
Close reading LUCHTPOST VOOR DE KERSTMAN
il y a 19 jours
- Leçon avec
48 diapositives
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 8
Close reading LUCHTPOST VOOR DE KERSTMAN
Octobre 2022
- Leçon avec
51 diapositives
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 8
Taal: verwijswoorden
Octobre 2022
- Leçon avec
11 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 5