Herhaling H4 Beweging
1 / 23
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat is een eenparige beweging?
Dit is een beweging waarbij
Dit is een beweging waarbij
A
de snelheid nooit hetzelfde is
B
de snelheid vergroot
C
de snelheid vermindert
D
de snelheid constant is
Slide 2 - Quiz
Wat is dit voor beweging ?
A
eenparig
B
versneld
C
vertraagd
D
iets anders
Slide 3 - Quiz
Wat is dit voor beweging ?
A
eenparig
B
versneld
C
vertraagd
D
iets anders
Slide 4 - Quiz
Wat is dit voor beweging ?
A
eenparig
B
versneld
C
vertraagd
D
iets anders
Slide 5 - Quiz
Wat is dit voor beweging ?
A
eenparig
B
versneld
C
vertraagd
D
iets anders
Slide 6 - Quiz
Wat voor soort beweging is dit?
A
Vertraagde beweging
B
Eenparige beweging
C
Versnelde beweging
Slide 7 - Quiz
wat voor beweging zie je hier?
A
versnelde beweging
B
eenparige beweging
C
vertraagde beweging
Slide 8 - Quiz
Schrijf de volgende formule om naar t= ....
(keerteken: * , deelteken: / , geen spaties)
(keerteken: * , deelteken: / , geen spaties)
s=v⋅t
Slide 9 - Question ouverte
Schrijf de formule om naar c=.....
(keerteken: * , deelteken: / , geen spaties)
(keerteken: * , deelteken: / , geen spaties)
Y=ac
Slide 10 - Question ouverte
Wat stelt het oppervlakte onder een (x,t)-diagram voor?
A
afgelegde weg
B
snelheid
C
versnelling
D
anders
Slide 11 - Quiz
Wat stelt het oppervlakte onder een (v,t)-diagram voor?
A
afgelegde weg
B
snelheid
C
versnelling
D
anders
Slide 12 - Quiz
Wat stelt de steilheid van deze grafiek voor?
A
De afgelegde weg
B
De snelheid
C
De versnelling
D
anders
Slide 13 - Quiz
Bereken de gemiddelde snelheid tussen 0 en 3 s.
A
1.5 m/s
B
2 m/s
C
0.60 m/s
D
0.5 m/s
Slide 14 - Quiz
Bereken de gemiddelde snelheid tussen 2 en 3 s.
A
1.5 m/s
B
2 m/s
C
0.60 m/s
D
0.5 m/s
Slide 15 - Quiz
Wat is de afgelegde weg tussen 0 en 5 s?
A
50m
B
5m
C
25m
D
10m
Slide 16 - Quiz
Waar is de snelheid het grootste?
A
op t=0 s
B
op t = 1 s
C
op t=1.5s
D
op t = 2.2 s
Slide 17 - Quiz
Waar is de snelheid het kleinste?
A
op t=0 s
B
op t = 1 s
C
op t=1.5s
D
op t = 2.2 s
Slide 18 - Quiz
In welk stuk wordt de grootste afstand afgelegd?
A
tussen 0 en 1.5s
B
tussen 1.5 en 3s
C
tussen 3 en 6s
Slide 19 - Quiz
In welke gebied(en) is er een vertraging?
A
Tussen 0 en 4 s én 10 en 15 s
B
Tussen 4 en 10 s
C
Tussen 15 en 30 s
D
Tussen 0 en 4 s
Slide 20 - Quiz
Wat is de maximale snelheid in km/h?
A
15 km/h
B
4.2 km/h
C
54 km/h
D
36 km/h
Slide 21 - Quiz
Bepaal de remweg van de auto in meter.
(1 decimaal, vb: 50,1 m)
(1 decimaal, vb: 50,1 m)
Slide 22 - Question ouverte
Bepaal de afstand die is afgelegd tussen 10 en 15 s.
(1 decimaal, vb: 50,1 m)
(1 decimaal, vb: 50,1 m)
