Les 2 - Afwassen

Les 2 - Afwassen
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Les 2 - Afwassen

Slide 1 - Diapositive

Programma
Leerdoelen
Wat weet je nog van les 1?
Hygiëne
Afwassen: hoe doen we dat op school?
Praktijk 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Je kan uitleggen waarom het belangrijk is om hygiënisch te werken. 
Je kan de afwas volgens het daarvoor gemaakte stappenplan afwassen. 

Slide 3 - Diapositive

Wat is het belangrijkste voor je begint in de keuken?
A
Je handen wassen
B
Alle ingrediënten verzamelen
C
Snijplank klaarleggen
D
Afwasspullen pakken

Slide 4 - Quiz

Wat doe je als je een product gebruikt hebt, bijvoorbeeld een pak bloem
A
Ergens anders neerzetten
B
Laten staan
C
Terugzetten op de plek waar het vandaan kwam
D
Terugzetten op de plek waar het hoort

Slide 5 - Quiz

Met welk mes schil je een appel?
A
Dunschiller
B
Koksmes
C
Kartelmes
D
Schilmesje

Slide 6 - Quiz

Wat is dit?
A
Een komkommer
B
Een courgette
C
Een Augurk
D
Een Aubergine

Slide 7 - Quiz

De witte snijplank
gebruik ik voor...
A
Groente en fruit
B
Vlees
C
Brood en kaas
D
Vis

Slide 8 - Quiz

Wat is dit?
A
Pollepel
B
Pannenlikker
C
Soeplepel
D
Stamper

Slide 9 - Quiz

Wat gebruiken we om suiker af te meten?
A
Maatbeker
B
Weegschaal
C
Thermometer
D
Beslagkom

Slide 10 - Quiz

Waarmee maak je de keuken schoon?
A
Een warm sopje met allesreiniger en een doekje
B
Een koud sopje met allesreiniger en een doekje
C
Een doekje die onder de kraan is geweest

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Vidéo

Hygiëne in de keuken
Alle werkzaamheden die nodig zijn om ziekmakende bacteriën en virussen uit de buurt van mensen te houden 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Hygiëne
Kun je opsplitsen in drie groepen: 
  1. Persoonlijke hygiëne
  2. Levensmiddelenhygiëne
  3. Bedrijfshygiëne

Slide 15 - Diapositive

Persoonlijke hygiëne
Lichaamsverzorging: douchen, schone haren, deo, schone kleding, gepoetste tanden ect.
 
Handen: wassen, kortgeknipte nagels en geen nagellak. Geen sieraden i.v.m. vuilophoping. Bij lang haar; haren in een staart!
Gebruik bij wondjes een gekleurde waterafstotende pleister en eventueel handschoenen. 

Slide 16 - Diapositive

Hoe vaak moet je een vaatdoekje in de keuken vervangen?
A
Iedere dag
B
Iedere week
C
Twee keer in de week
D
Een keer in de week

Slide 17 - Quiz

Doe jij wel eens de afwas? Wanneer en met wie?

Slide 18 - Question ouverte

Voorbereiding: afwassen doe je zo...
Als je met de hand afwast, is het belangrijk dat je een goede werkvolgorde hebt. Dit is belangrijk om zo hygiënisch mogelijk te werken. 
  1.  Gooi eerst je afval weg. 
  2. Spoel je afwas met warm water zonder afwasmiddel.
  3. Zet je afwas aan één kant van de afwasbak.
  4. Zet je afdruiprek klaar aan de andere kant. 
  5. Doe nieuw, schoon water met een klein scheutje afwasmiddel in de afwasbak.

Slide 19 - Diapositive

Afwassen doe je zo...
Afwassen doe je ook op een bepaalde volgorde. 
Je begint met de minst vette spullen en eindigt met de vetste spullen. 
1. Glaswerk
2. Kopjes, schotels en borden. 
3. Bestek
4. Pannen

Je zet de spullen op de kop op het afdruiprek, zodat het water er goed uit kan lopen. 

Slide 20 - Diapositive

Wat was je als eerste af?
A
Kopjes
B
Borden
C
Pannen
D
Glaswerk

Slide 21 - Quiz

Wat was je als tweede af?
A
Kopjes
B
Pannen
C
Schoteltjes
D
Glaswerk

Slide 22 - Quiz

wat was je als derde af?
A
kopjes en borden(keramiek)
B
glaswerk
C
bestek
D
pannen

Slide 23 - Quiz

wat was je als laatste af?
A
glaswerk
B
pannen
C
keramiek, kopjes schotels en borden
D
bestek

Slide 24 - Quiz

Afgewassen: en nu?
Als je alle spullen hebt afgewassen, dan droog je in dezelfde volgorde af. 

Als je alle spullen hebt afgedroogd ruim je de spullen op. Je maakt met een vaatdoek het aanrecht schoon en droog je het na met een theedoek. 

Slide 25 - Diapositive

Afwassen in de praktijk
Je gaat de afwas doen vandaag. In de volgende slide staat stap voor stap wat je moet doen.  

Wat heb je nodig?
- Afwas                          - Theedoek
- Afwasteil                   - Afdruiprek
- Afwasborstel           - Afwasmiddel
- Vaatdoek              



Slide 26 - Diapositive

1. Pak alle benodigdheden en zet alles klaar. 
2. Je gooit alle afval weg.
3. Je spoelt de afwas met warm water.
4. Zet je afwas aan één kant van de afwasbak.
5. Je zet de afdruiprek klaar aan de andere kant. 
6. Vul de teil met warm water en een beetje afwasmiddel. 
7. Was alles op goede volgorde af. 
8. Droog alles op goede volgorde af. 
9. Ruim alles op en zorg dat je aanrecht netjes is. 

Slide 27 - Diapositive

Is het afwassen gelukt? Wat ging er goed? Wat kan de volgende keer beter?|

Slide 28 - Question ouverte