simple past vragen ontkenningen 1

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

simple past uitleg 1

* Vragen 

* Ontkenningen

Doel: aan het eind van deze les

* weet je hoe je een vraag en een ontkenning moet maken in de     simple past

*  kan je vragen en ontkenningen maken in de simple past

Hoe maak je een ontkenning in de simple past?

Hoe maak je een vraag in de simple past?

 simple past - vragen

Bij vragen heb je weer een hulpwerkwoord nodig. 

Bij de past simple is dat DID

Hoe? 

DID +Persoon + werkwoord (GEEN -ED achter het werkwoord!!!!)

Did you walk to school yesterday?

Did he go on holiday last year?

....... the man ........ the accident yesterday?

1. does - see
2. did - see
3. did - saw
4. has - seen

......... the girl ...... her mother an hour ago?

1. does - help
2. did - helped
3. did - help
4. has - helped

....... the woman ...... in a tent last night?

1. did - slept
2. did - sleep
3. has - slept
4. did - sleeped

Maak vragend: He went to Paris last week

Maak vragend: The man saw an accident in the park

Maak vragend: He kept the rabbit in a cage

Maak vragend:
He had an accident last week

Maak vragend: It was our first day in the mountains

Maak vragend: we did our homework last night

maak vragend: I became a teacher two years ago

LET OP!!

Wanneer er in de NL zin een voltooide tijd gebruikt wordt met een signaalwoord van de verleden tijd dan MOET je in het Engels ALTIJD de SIMPLE PAST gebruiken!!

* Hij heeft gisteren een nieuwe jas gekocht

*He bought a new coat yesterday

Is Peter gisteren naar London geweest?

1. Has Peter been
2. Did Peter went
3. Did Peter go

Zijn zij vorige week naar een musical
geweest?

1. Have they been
2. did they went
3. did they go
4. have they gone

Heeft zij vorige week de kaartjes gekocht?

1. bought she
2. buyed she
3. has she bought
4. did she buy

Heeft zij hem vorige week gezien?

1. has she seen
2. did she saw
3. did she seen
4. did she see

Maak ontkennend: He did a very easy job an hour ago

ontkenningen

* bij ontkenningen met  1 werkwoord gebruik je het  hulpwerkwoord  DID

* je zet didn't vóór het werkwoord

* na didn't komt ALTIJD het hele werkwoord

I went to London

I didn't go to London

maak ontkennend: The police caught the criminal

maak ontkennend: The little boy fell into the water

Maak vragend:
We were very glad when we won the cup

Maak vragend: Mother laid the table

maak vragend: Tom and Tim left an hour ago

maak vragend: They led the way to the hospital

Maak vragend: I saw a stranger at the town hall

maak vragend: She lit the candles

Maak vragend: the sun rose in the east

maak ontkennend: I lost my keys

maak ontkennend: She lay in the sun this morning

Maak ontkennend: My mother made a delicious apple pie

maak vragend: We went to London two years ago

Maak vragend: We wrote a letter to our grandmother

maak vragend: we were at home last night

Maak vragend: we had a wonderful time

Maak vragend: We were extremely lucky today

maak vragend: The boys stood in the doorway

Schrijf 3 dingen op die je in deze les hebt geleerd

Wat vind je nog lastig? Wat snap je nog niet zo goed?

extra oefeningen

Maak je nog te veel fouten en/of  wil je extra oefenen, klik dan op de volgende dia's

digitalcampus.free.fr

https:

https: