Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
Éléments de cette leçon
Lichaamstaal
Slide 1 - Diapositive
doel van de les
Ik kan voorbeelden geven van lichaamstaal
Ik weet wat non-verbale en verbale communicatie is.
ik kan voorbeelden hoe het op de ander overkomt.
Ik kan me concentreren
Slide 2 - Diapositive
lichaamstaal
Slide 3 - Carte mentale
Lichaamstaal
55% van de communicatie bestaat uit lichaamstaal,
38% wordt geuit door de stemklank en maar
7% wordt gecommuniceerd door middel van woorden.
Slide 4 - Diapositive
Hoe kun je praten met je lichaam?
Het grootste mannetje in een groep gorilla's heet een zilverrug. Deze man is de baas. Daar heeft hij geen woorden voor nodig, dat laat hij met zijn lichaamshouding zien.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Hoe kun je praten met je lichaam?
Mensen laten elkaar veel weten zonder iets te zeggen. Als Denise thuis komt weet haar moeder gelijk dat Denise een goed cijfer gehaald heeft. Dit kan ze zien aan haar gezicht, ze lacht en is blij.
In de onderstaande afbeelding zie je aan de ogen, stand van de wenkbrauwen en mond hoe iemand zich voelt.
Slide 7 - Diapositive
Hoe kun je praten met je lichaam?
Vaak doet je hele lichaamshouding mee om gevoelens te laten zien. Denise kwam huppelend naar huis, ze heeft haar schouders recht en haar hoofd rechtop. daaraan kon haar moeder zien dat ze vrolijk was.
Als je een beetje sloft met je voeten, naar beneden kijkt en je schouders laat hangen, straal je somberheid uit.
Je kan dus met je lichaam laten zien hoe je je voelt, dit heet lichaamstaal
Slide 8 - Diapositive
Als je luistert, dan let je op wat iemand zegt. Je luistert naar de verbale uitdrukking. Maar je kijkt ook naar de houding van de spreker, de nonverbale uitdrukking en alles wat de spreker niet zegt, maar wel doet en bedoelt.
Verbaal = wat je zegt
Non-verbaal= hoe je het zegt
Communicatie: Verbaal en non-verbaal
Slide 9 - Diapositive
De koning van de non-verbale communicatie
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
lichaamstaal en indruk
Als je iemand voor het eerst ziet heb je al een beeld van hoe iemand is.
Dat beeld maak je door het uiterlijk dat iemand heeft.
De kleding, de haren , bril, etc.
Slide 12 - Diapositive
lichaamstaal bij belangrijk gesprek
Slide 13 - Carte mentale
Slide 14 - Vidéo
Welke emotie zie je hier?
A
bang
B
verliefd
C
boos
D
blij
Slide 15 - Quiz
Welke emotie zie je hier?
A
bang
B
verliefd
C
blij
Slide 16 - Quiz
Emoties
Jullie gaan emoties uitbeelden
1. Loop even de deur uit, leef je in, kom weer binnen en beeld een emotie uit.
Wij moeten raden welke emotie jij uitbeeld
Slide 17 - Diapositive
Lichaamstaal
Jullie gaan lichaamstaal uitbeelden
1. Loop even de deur uit, leef je in, kom weer binnen en doe een docent na.