Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Haben, sein und feesttenten fahren lesen sehen und finden
Noem de 10 persoonlijke voornaamwoorden in het Duits!
1 / 26
suivant
Slide 1:
Carte mentale
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
26 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Noem de 10 persoonlijke voornaamwoorden in het Duits!
Slide 1 - Carte mentale
(Ik) gehe in die Schule.
A
Du
B
Sie
C
Ich
D
Wir
Slide 2 - Quiz
Wohnt (jullie) in einem Dorf?
A
Sie
B
du
C
wir
D
ihr
Slide 3 - Quiz
(Hij) spielt Gitarre.
A
Sie
B
Er
C
Ich
D
Wir
Slide 4 - Quiz
(Jij) kommst aus Houten.
Slide 5 - Question ouverte
(Jullie) habt Deutschunterricht.
Slide 6 - Question ouverte
(U) sind meine Deutschlehrerin.
Slide 7 - Question ouverte
Wisst ihr es noch? Die Verben haben und sein.
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
sein
sein
Slide 8 - Question de remorquage
Wir
Ich
Du
Er
Ihr
Sie/sie
Tekst
habe
hast
hat
haben
habt
haben
Slide 9 - Question de remorquage
Regelmatige werkwoorden: wohnen
werkwoord: wohnen, stam:wohn
ich wohn
e
du wohn
st
er/sie/ es/ man wohn
t
wir wohn
en
ihr wohn
t
sie wohn
en
Sie wohn
en
Slide 10 - Diapositive
Regelmatige werkwoorden
Vervoegen van het werkwoord door eerst de stam op te schrijven. De stam is het
hele
werkwoord
- en of - n.
Voorbeeld:
wohnen = wohn
kaufen = kauf
reisen = reis
Slide 11 - Diapositive
Regelmatige werkwoorden
Vervoegen van het werkwoord door eerst de stam op te schrijven. De stam is het
hele
werkwoord
- en of - n.
Voorbeeld:
wohn
en
= wohn
kauf
en
= kauf
reis
en
= reis
ruder
n
= ruder
Slide 12 - Diapositive
Herhaling regelmatige werkwoorden
STAM: werkwoord -en wohnen - wohn
Ezelsbruggetje:
F E E ST T EN T EN
Stam eindigend op
sis-klank (s/ss/x/sch/ß/z) du
alleen
t,
z. B. tanzen, reisen:
stam tanz dus:du tanz
t
Slide 13 - Diapositive
(wohnen) Peter ………… in Köln.
A
wohne
B
wohnen
C
wohnst
D
wohnt
Slide 14 - Quiz
(rijden) Laura ………… in die Schweiz.
A
fahrt
B
fahret
C
fahre
D
fährt
Slide 15 - Quiz
(lezen) Du ………… ein Buch.
A
liest
B
leset
C
lest
D
lesen
Slide 16 - Quiz
Wir .... einen Film.
A
siehst
B
seht
C
sehen
D
sehst
Slide 17 - Quiz
Wir .... einen Film.
A
siehst
B
seht
C
sehen
D
sehst
Slide 18 - Quiz
Gibt es noch Fragen?
Slide 19 - Question ouverte
jullie vinden
Slide 20 - Question ouverte
ik lees
Slide 21 - Question ouverte
jij vindt
Slide 22 - Question ouverte
jullie zijn
Slide 23 - Question ouverte
hij heeft
Slide 24 - Question ouverte
hij ziet
Slide 25 - Question ouverte
wij werken
Slide 26 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Haben, sein, idewis w-woorden und feesttenten
Novembre 2020
- Leçon avec
13 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Haben, sein, idewis w-woorden und feesttenten
Juin 2020
- Leçon avec
18 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Haben, sein, idewis vraagwoorden oefenen
Novembre 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Pers.vnw. + haben & sein + feesttenten + bez.vnw. + vraagwoorden
Décembre 2019
- Leçon avec
19 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Haben, sein, idewis w-woorden und feesttenten
Septembre 2020
- Leçon avec
25 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Zugspitze 1 VMBO-GT (H) Schritt 1-8
Octobre 2019
- Leçon avec
21 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
mavo duits 1 di 17 nov
Novembre 2020
- Leçon avec
27 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Na klar 1 havo/vwo D-Toets Kapitel 1 Hamburg
Septembre 2020
- Leçon avec
24 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1