Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Wat gaan we doen?
woordweb
opdracht
filmpje
opdracht
evaluatie
Slide 1 - Diapositive
wat ga je leren
dat je in Nederland veel vrijheid hebt
wat vrijheid betekent
wat je kan kiezen
wat je niet kan kiezen
Slide 2 - Diapositive
vrijheid
Slide 3 - Carte mentale
wat betekent vrijheid?
Vrijheid betekent dat je je eigen keuzes kunt maken. Je kunt bijvoorbeeld kiezen wie je vrienden zijn, wat je wilt eten of waar je je geld aan uitgeeft
Slide 4 - Diapositive
Heb jij veel vrijheid? Leg uit waarom wel of waarom niet.
Slide 5 - Diapositive
bedenk/ zoek 3 dingen die je zelf kan kiezen
Slide 6 - Question ouverte
Bedenk/ zoek 3 dingen die je niet zelf kan kiezen
Slide 7 - Question ouverte
keuze is een vrijheid
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quiz
Je vrienden kun je kiezen
A
nee
B
ja
Slide 9 - Quiz
welke zin klopt?
A
In Nederland heb je veel vrijheid
B
In Nederland heb je geen vrijheid
C
Je kan niet zelf kiezen wat je eet
D
Je mag niet kiezen op wie je verliefd wordt
Slide 10 - Quiz
je mening geven
Bij vrijheid hoort dat je mag zeggen wat je van iets of iemand vindt. Je geeft dan je mening.
Als je bijvoorbeeld zegt dat je een film mooi vindt, geef je je mening.
Slide 11 - Diapositive
Het afsteken van vuurwerk met oud en nieuw moet verboden worden.
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Vidéo
kwetsen
Slide 14 - Carte mentale
wat is een feit?
Zoek op wat een "feit" is
Slide 15 - Diapositive
Feit
Een feit is iets dat echt is gebeurd of dat echt zo is. Om vast te stellen of iets een feit is, moet je het kunnen bewijzen.