Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Question ouverte
Tijdvak 3: De Tijd van Monniken en Ridders
Maris College Statenkwartier - Klas 1
Slide 2 - Diapositive
Vandaag | Geschiedenis
Mededelingen
Herhaling 3.3
Uitleg 3.3
Werken aan 3.3
Afsluiting
Slide 3 - Diapositive
Vandaag | Mededelingen
Microsoft Teams
Docent start de vergadering
Microfoon op mute
Vraag -> Steek je hand op
Chat is enkel voor vragen en/of antwoorden
Actieve deelname -> Laptop/PC
Slide 4 - Diapositive
Vandaag | Mededelingen
LessonUp
Altijd aanmelden met je eigen naam -> i.v.m absentie
Scherm wordt gedeeld in teams, maar je krijgt het scherm ook zelf
Beantwoord alle vragen die op het scherm verschijnen -> voortgang
Les wordt gedeeld, je kunt hem later nog terugkijken
Slide 5 - Diapositive
Vandaag | Mededelingen
Huiswerk
Huiswerk wordt gemaakt in de digitale methode
Altijd op een laptop/pc
Magister -> Leermiddelen
Voortgang wordt gecontroleerd,
niet gemaakt -> HW vergeten
Slide 6 - Diapositive
Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 7 - Diapositive
Herhaling 3.2
Je krijgt een aantal herhalingsvragen over 3.2. Hierin kun je laten zien dat je de lesstof tot nu toe begrepen hebt :)
Probeer op alle vragen een antwoord te geven.
Slide 8 - Diapositive
Bekeren
Heiden
Missionaris
Zonden
iemand een andere godsdienst aan laten nemen
iemand waarvan gezegd wordt dat zij niet het goed geloof hebben
iemand met de opdracht (missie) om mensen te bekeren tot het christendom
Slechte dingen die mensen doen
Slide 9 - Question de remorquage
Wat was het doel van de missionarissen?
Slide 10 - Question ouverte
Pastoors
Monniken
Klooster
Abt
Lage geestelijken die leiding geeft aan een groep gelovigen
Geestelijken die afgezonderd van de samenleving leven, meestal in een klooster
Woonplaats van monniken
Hoofd van het klooster
Slide 11 - Question de remorquage
Bespreken opdrachten 3.2
Maken: Opdracht 4 t/m 8 van 3.2
Lezen: Tweede en derde stukje theorie op de digitale methode
Monniken
Abt
Pastoor
Klooster
Slide 12 - Diapositive
Uitleg 3.3
Een groot deel van Europa leefde op een domein=
Gebied van een edelman (heer) of klooster
Op dat gebied woonden horigen
Dit waren vooral halfvrije boeren
Er waren nauwelijks steden en er was nauwelijks handel
Landbouwsamenleving
Slide 13 - Diapositive
Uitleg 3.3
Horigen kregen;
Bescherming van de edelman of het klooster
Horigen mochten;
Stukjes land bewerken
Huisjes bouwen op dat stuk grond
Horigen moesten;
Belasting betalen; kippen, koeien, graan, wijn
Dit systeem heet horigheid
Slide 14 - Diapositive
Uitleg 3.3
Horigen waren halfvrij, dit betekende;
Dat ze een deel van hun vrijheid verloren
Dat ze niet zonder toestemming het domein mochten verlaten
Dat je je oogst moest delen met de heer.
Volgende les gaan we hier mee verder.
Slide 15 - Diapositive
Hofstelsel
Een dorp met landbouwgrond heette een domein
De heer, bijvoorbeeld een ridder, was de baas van een domein: alle grond was van hem.
Slide 16 - Diapositive
Hofstelsel
In het hofstelsel was het domein in twee stukken verdeeld.
Het ene deel van de grond was verpacht (verhuurd) aan horige boeren voor eigen opbrengst. Zij moesten een deel van opbrengst als pacht (belasting) betalen)
De opbrengst van het andere deel was volledig van de heer.
Slide 17 - Diapositive
Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.
Slide 18 - Diapositive
Veel plichten,
weinig rechten
Iedereen op het domein van de heer hoorde bij het domein
De boeren waren horigen van de heer: ze moesten gehoorzaam zijn
Om op de grond van de heer te kunnen wonen, moest je pacht betalen.
De horigen waren ook verplicht om herendiensten, klusjes, te doen.
Een horige moest overal toestemming voor vragen, ook om te trouwen
Een gevluchte horige was na een jaar en een dag een vrije boer.
Slide 19 - Diapositive
Vandaag Afronden en 3.4
Zelfstandig werken: Maken: Opdracht 1 t/m 6 van 3.3 Lezen: Eerste stuk theorie 3.4 Maken: Opdracht 1 van 3.4
Lezen: Tweede stuk theorie 3.4 Maken: opdracht 2 van 3.4