18 april

18 april
- Taalfout 
- Beter Spellen 
- 15 min zelf oefenen in cambiumned
- Quiz 
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

18 april
- Taalfout 
- Beter Spellen 
- 15 min zelf oefenen in cambiumned
- Quiz 

Slide 1 - Diapositive

Herkansing 23 april  
Kijk in je mail voor extra oefeningen!

HV2a
Sil vd Brink, Ines Harchaoui, Lode de Jong, 
Selma Khadir, Aylani Kunz, David Meulenhoff, 
Daan de Wever, Oona vd Wielen, Carlijn Kips, 
Noor de Jong, Roeland Kuijten, Thomas van Leussen, Christina Engelbers


Slide 2 - Diapositive

Herkansing 23 april  
Kijk in je mail voor extra oefeningen!


HV2d
Jesse Dorrestijn, Osborn Gboloho, 
Willem Goemans, Amine Laajab,
 Jade van Luinen, Isabelle Munier, Koen Wijfjes

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Zelfstandig oefenen
Ga naar cambiumned.nl -> spelling 

Kies uit de volgende oefeningen: 
- hoofdletters en afkortingen 
- tussenklank 
- aan elkaar of los? 


timer
15:00

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Het hout is
A
opgebrandt.
B
opgebrand.

Slide 7 - Quiz

Zij ...... opgenomen in de selectie van het eerste elfstal.
A
word
B
wordt

Slide 8 - Quiz

Gister ........ Judith de bejaarde vrouw bij het oversteken.
A
begeleide
B
begeleidde

Slide 9 - Quiz

In welke zin is 'verwachten' de persoonsvorm
A
Wekenlang verwachtte ik een reactie van hem.
B
Het lang verwachte examen begint volgende week
C
Hij had haar reactie niet verwacht.
D
Dat hoef je van haar niet te verwachten.

Slide 10 - Quiz

werkwoordspelling
A
De oude man bestuurt de auto
B
De oude man bestuurd de auto

Slide 11 - Quiz

Schrijf de juiste vorm op:
4. Op de (verbreden) weg zijn er nooit meer files.

Slide 12 - Question ouverte

Schrijf de juiste vorm op:
5. Het (verzetten) lesuur was geen succes.

Slide 13 - Question ouverte

Hij heeft de boel
A
belazerd.
B
belazert.

Slide 14 - Quiz

Hij heeft een uur geleden (douchen).

Slide 15 - Question ouverte

De oude man heeft de brief
A
verstuurd.
B
verstuurt.

Slide 16 - Quiz

Teun (verhuizen) volgende week.

Slide 17 - Question ouverte

(mopperen) en (huilen) kwam de voetballer de kleedkamer in.
A
mopperent en huilend
B
mopperend en huilent
C
mopperend en huilend

Slide 18 - Quiz

Sjaan (verhuizen) morgen en Job is gisteren (verhuizen)
A
Sjaan verhuisT en Job is verhuisT
B
Sjaan verhuisD en Job is verhuisD
C
Sjaan verhuisT en Job is verhuisD

Slide 19 - Quiz

De (aanbranden) aardappels zijn weggegooid.
A
aangebranden
B
aangebrandde
C
aanbrandende
D
aangebrande

Slide 20 - Quiz

Mijn (intapen) enkel doet nog steeds zeer.
A
Ingetapete
B
Ingetapede
C
Ingetapte
D
Ingetapde

Slide 21 - Quiz

evacueren
De .................. kampen.
A
gëevacueerde
B
geëvacueerde
C
gëevacueerden
D
geëvacueerden

Slide 22 - Quiz

Hij (deleten - vt) de bestanden.
A
delete
B
deletete
C
delette
D
deletette

Slide 23 - Quiz

(vinden) alsjeblieft die bankpas terug, voor er misbruik van wordt gemaakt.
A
Vond
B
Vindt
C
Vind

Slide 24 - Quiz

De pas (stofzuigen) vloer lag onder de confetti.
A
stofgezogen
B
gestofzuigde
C
stofgezoge
D
stofgezuigde

Slide 25 - Quiz