les 4 & 5 6.1 negatieve getallen deel 2 + Smartrekenen

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Zit je startklaar?

• Zit je op je plek?
  
• Jas is uit
• Telefoon in 't Zakkie, in je tas
• JdW Map, boek deel 2 en pen op tafel

Welkom Zb1a

Zit ik startklaar?:

• Zit ik op mijn plek?
  
• Telefoon uit en in de tas? De rest van de les geen waaschuwingen meer
• Wiskundeboek en huiswerkplanner op tafel?
  
• Ben ik stil om te starten met de les?

Startklaar 

Wat zijn de schoolregels?…

• Respect: Ik heb respect voor mijn docent en klasgenoten.
  
• Ik luister goed tijdens de les.
  
• Als de docent praat of uitleg geeft ben ik stil.
  
• Ik steek mijn vinger op als ik een vraag wil stellen. Ik roep niet door de klas, ook niet om op anderen te reageren. Ik bemoei me met mezelf. 
• Natuurlijk zit ik op mijn eigen plek en gebruik ik alleen mijn eigen spullen

Aanspreekbaar blijven

Niet over de streep

Periode 3

Hoofdstuk 6: Rekenen met negatieve getallen

Hoofdstuk 7: formules

Wat is de planning van vandaag

Wat gaan we doen:

Hoofdstuk 6.1 Negatieve getallen

• Huiswerk bespreken
• Herhalen positieve en negatieve getallen
• Uitleg over positieve en negatieve getallen op de getallenlijn

Schrijf in je huiswerkplanner op woensdag 7 februari lesuur 6:

Maken Hoofdstuk 6.1 opgave  10, 11, 12 en 13 op blz 14

Meenemen: wiskundeboek deel 2 + pen

Huiswerk bespreken blz 11

Huiswerk bespreken blz 11

Huiswerk bespreken blz 11

Aan het eind van de les...

.... kan je positieve en negatieve getallen op de getallenlijn invullen en weet je welke getallen groter en kleiner zijn

.... kan je de tekens < en > gebruiken

Leerdoelen

Samen lezen en maken, blz 13

Even herhalen!

Terugblik-opdracht

Gebruik je voor wiskunde :)

Dus alleen wiskunde woorden en tekens

Lees de opdracht

is -7 een positief of negatief getal?

1. positief
2. negatief
3. Geen van beiden

is -132 een positief of negatief getal?

1. positief
2. negatief
3. Geen van beiden

Is 7,5 een positief of een negatief getal?

1. Positief
2. Negatief
3. Geen van beiden

Is 0,1 een positief of een negatief getal?

1. Positief
2. Negatief
3. Geen van beiden

Is 0 een positief of een negatief getal?

1. Positief
2. Negatief
3. Geen van beiden

is -1,32 een positief of negatief getal?

1. positief
2. negatief
3. Geen van beiden

Is 0,92 een positief of een negatief getal?

1. Positief
2. Negatief
3. Geen van beiden

Lezen bladzijde 13

Lees de tekst. Daarna wil ik van iedereen horen wat we gelezen hebben. 

Aantekening blz 13

Schrijf er bij:

• hoe verder op de getallenlijn naar links <--hoe kleiner het getal. 
•  het pijltje wijst altijd naar het kleinste getal

Samen oefenen op het bord

Vul < of > in

of bedenk welk getal het koudst is, dat is het kleinste getal en daar wijst het pijltje naar. 

Samen oefenen blz 14

Vul in:
5.....4

1. <
2. >

Vul in:

2,5.......3,5

1. <
2. >

Vul in:
2 ...... -4

1. <
2. >

Vul in:
-1.....-2

1. <
2. >

Maken bladzijde 14

Wat: bladzijde 14

Moeilijk? Lees het gele theorieblok op blz 13 en 14

Eerder klaar? dan ook bladzijde 15 (vmbo-k!)

Hoe:
stoplicht op rood = zelfstandig en in stilte. 

stoplicht oranje = fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw

stoplicht groen = opgave klassikaal bespreken

Controlevragen

1. a.
2. b.
3. c.
4. d.

Schoon inleveren

Wisbordjes

Aan het eind van de les...

.... kan je positieve en negatieve getallen op de getallenlijn invullen en weet je welke getallen groter en kleiner zijn

.... kan je de tekens < en > gebruiken

Leerdoelen

Quizizz

https://quizizz.com/admin/quiz/63d979037293c0001e852282?source=quiz_share

Nabespreken

Nabespreken over ..... minuten

Controlevragen

1. a.
2. b.
3. c.
4. d.

Smartrekenen

Smartrekenen

Ga naar :

• Magister,
• Leermiddelen
• Klik op Smartrekenen VO (de bovenste als er 2 staan)
• Klik op de gele knop links bovenaan. Soms is er een starttoets, soms zijn het alleen oefeningen.  
  
• Yasmina, Emir, Maria, Yerald, Ayat en Barbara. Bij mij komen met je laptop, ik help jullie inloggen. 

Smartrekenen

Wat: Smartrekenen. De vragen goed lezen, serieus werken. Vragen? Vinger in de lucht!

Hoe:
stoplicht op rood = zelfstandig en in stilte. 

stoplicht oranje = fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw

stoplicht groen = opgave klassikaal bespreken

Voor de leerlingen die uit een boek werken:

Beginnen bij bladzijde 1 & verder werken.