Herhaling paragraaf 1 - Pluriformiteit in Nederland
Culturen veranderen. Geef een voorbeeld van een cultuurkenmerk van de Nederlandse dominante cultuur dat in de loop der tijd sterk is veranderd.
1 / 12
suivant
Slide 1: Question ouverte
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Culturen veranderen. Geef een voorbeeld van een cultuurkenmerk van de Nederlandse dominante cultuur dat in de loop der tijd sterk is veranderd.
Slide 1 - Question ouverte
De plattelandscultuur verschilt van de cultuur van de grote stad. Omschrijf in enkele zinnen dit verschil.
Slide 2 - Question ouverte
Leg in je eigen woorden uit dat een tegencultuur per definitie een subcultuur is
Slide 3 - Question ouverte
Met cultuur bedoelen we meer dan schilderijen, literatuur en toneel. Leg dat in je eigen woorden uit
Slide 4 - Question ouverte
Culturen zijn dynamisch of culturen zijn in beweging. Wat wordt daarmee bedoeld?
Slide 5 - Question ouverte
Nederland is een pluriforme samenleving. a. Geef met een voorbeeld aan dat de dominante Nederlandse cultuur door de subculturen is veranderd
Slide 6 - Question ouverte
Wat is het verschil tussen een allochtoon en een autochtoon?
Slide 7 - Question ouverte
De Chinese gemeenschap in ons land behoort tot...
A
de dominante cultuur, want deze gemeenschap woont al heel lang in Nederland
B
de dominante cultuur, want ze spreken overwegend goed Nederlands
C
een subcultuur, want ze vormen een cultuurgroep met eigen kenmerken
D
een tegencultuur, want hun waarden botsen gedeeltelijk met de dominante cultuur
Slide 8 - Quiz
Ajax-supporters in Rotterdam...
A
vormen een subcultuur
B
vormen een tegencultuur
C
behoren tot de dominante cultuur van Rotterdam
D
wijzen pluriformiteit af
Slide 9 - Quiz
Een generatieconflict...
A
is een logisch gevolg van cultuurverschillen tussen jongeren en ouderen
B
ontstaat als generaties elkaars leefstijl niet begrijpen
C
is een gevolg van botsende dominante culturen.
D
leidt tot meer sociale cohesie
Slide 10 - Quiz
Welk rijtje begrippen horen het meest bij elkaar?
A
Allochtoon, autochtoon en jongeren
B
Bedrijfscultuur, beroep en afkomst
C
Mannen, vrouwen en rolpatronen
D
Regionale verschillen, sociale cohesie, hipsters
Slide 11 - Quiz
I. Een bedrijfscultuur bestaat uit alle waarden, normen en gewoonten binnen het bedrijf. II. Cultuurverschillen tussen man en vrouw komen voort uit het feit dat mannen fysiek sterker zijn dan vrouwen