Tenses: pres perf pres con past sim past con

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

WELCOME

Today's lesson

• Opbouw toets
• Present perfect vs Present perfect continuous
• Past simple vs Past continuous

Opbouw toets

1. Woordjes vertalen naar het Nederlands (6x)

2. Kies het juiste woord voor in de zin. (6x)

3. Kies het juiste woord voor in de zin en vertaal naar het Engels. (6x)

4. Expressions. Vertaal de NL zin naar het EN. (Geen zinnen uit E) (6x)

5. Irregular verbs -> vul in de vakjes die leeg zijn. (7x)

6. Relative pronouns (5x)

7. Comparisons (8x)

8. Present perfect vs Present perfect continuous (5x)

9. Past simple vs past continuous (8x)

Present perfect

have/has + voltooid deelwoord

I have seen that man before

She has called him back

When to use

• Begonnen in verleden, nog steeds bezig (since, for)
• Nadruk op resultaat van iets wat in verleden is gebeurd
• In verleden gebeurd, niet duidelijk/belangrijk wanneer
• Zojuist of kortgeleden gebeurd (just, recently)
• In verleden 1 keer gebeurd, en/of i.c.m. 'never'

Present perfect continuous

have been/has been + hele werkwoord + -ing

We have been looking for our dog for hours

He has been working on that since yesterday 

When to use instead of pr. perfect

• Alleen voor dingen die een poosje hebben geduurd, meerdere keren gebeurden of een gewoonte zijn
• Nadruk op tijdsduur (spreker vindt het lang duren: trots of ergernis) (for hours, all day, for ages etc)
• In verleden gebeurd, gevolg maar alleen indien: een poosje heeft geduurd/meerdere keren/gewoonte. Reden (because) of gevolg (so) wordt vaak genoemd

Present perfect	Present perfect continuous
we have watched	We have been watching
-Begonnen in verleden, nog steeds bezig (since, for) -Nadruk op resultaat van iets wat in verleden is gebeurd -In verleden gebeurd, niet duidelijk/belangrijk wanneer -Zojuist of kortgeleden gebeurd (just) -In verleden 1 keer gebeurd, en/of i.c.m. 'never'	- Dingen die een poosje hebben geduurd, meerdere keren of een gewoonte zijn - Nadruk op tijdsduur (spreker vindt het lang duren: trots of ergernis) ( for hours, all day, for ages etc) - In verleden gebeurd, gevolg maar alleen indien: een poosje heeft geduurd/meerdere keren/gewoonte. Reden ( because ) of gevolg (so) wordt vaak genoemd

Exercise

Take 3-5minutes to finish the exercise.

Do this quietly and alone. 

Done? Wait patiently until we continue. 

You might want to look over the words in the meantime.

www.englisch-hilfen.de

Past Simple

Past simple: iets dat in de verleden tijd is gebeurd en is geëindigd.

Example: I saw a great film last night.

Vorm: ww + ed OF het onregelmatige ww.

Bij de past simple moet je Did & didn't gebruiken voor vraag- en ontkennende zinnen. 

Use the past simple:
Yesterday, we __________ (to walk) to school.

1. walk
2. walks
3. walked

Use the past simple:
___ you ___ (to help) your little brother with his homework yesterday?

1. Do you helped
2. Do you help
3. Did you helped
4. Did you help

Use the past simple:
They _____ (not - to leave) the children by themselves.

1. not leave
2. not leaved
3. did not leave
4. did not left

Use past continuous:
We ______ (not - to do) exercises all morning

1. was not doing
2. were not doing
3. did not do
4. did not doing

Use the past continuous:
He _______ (to play) tennis yesterday afternoon.

1. was play
2. were play
3. was playing
4. were playing

Use past continuous:
My friend _______ (to paint) the door.

1. was painting
2. were painting
3. did paint
4. did painting

Past simple vs. past continuous

Hoe nu te gebruiken samen en herkennen. 

What happens first and takes a while:
I was watching a tv show when you texted me.

1. I was watching a tv show
2. when you texted me

What happens first and takes a while:
It started to rain, while we were having a picnic.

1. It started to rain
2. while we were having a picnic.

I _______ (to look) at my cards, when Mia _______ (to accuse) me of cheating.

1. was looking, accused
2. looked, was accusing
3. were looking, accused
4. looked, were accusing

While she _____ (to set up) the game, I quickly _____ (to read) the rulebook.

1. set up, was reading
2. was setting up, read
3. set up, was reading
4. were setting up, read

Before you ________(to text) me, I _________ (to think) about you.

1. was texting, thought
2. texted, were thinking
3. were texting, thought
4. texted, was thinking

We _______ (to talk) about him when he _________ (to walk) in.

1. was talking, walked
2. talked, was walking
3. were taking, walked
4. talked, were walking

Hou ze goed uit elkaar!

Present perfect -> have/has + voltooid deelwoord

Present perfect continuous -> have been/has been + ww + ing

Past simple -> ww + ed OF onreg.ww

Past continuous -> was/were + ww + ing