§ 3 en 4 kringlopen en Piramides

Ecologie
§ 3 en 4 kringlopen en Piramides
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Ecologie
§ 3 en 4 kringlopen en Piramides

Slide 1 - Diapositive

Kringlopen in de biologie
- Wat is een kringloop?
- Welke kringlopen zijn belangrijk bij biologie?
- Je leert hoe de kringlopen in elkaar zit.

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn abiotische factoren?
A
De invloeden afkomstig van de levende natuur
B
De invloeden afkomstig van de levenloze natuur
C
Alle relaties tussen organismen en hun milieu
D
A en B

Slide 3 - Quiz

Wat is een ecosysteem?
A
Alle abiotische factoren samen
B
Alle relaties tussen organismen en hun milieu
C
A en B
D
Een bepaald gebied, waarin de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen

Slide 4 - Quiz

Een bepaald gebied, waarbinnen de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
populatie
D
ecosysteem

Slide 5 - Quiz

Wat is een abiotische factor?
A
Lucht
B
Concurrentie
C
Voedsel

Slide 6 - Quiz

Wat bestuderen we in de ecologie?
A
In de ecologie bestuderen we alle relaties (betrekkingen) tussen organismen en hun milieu
B
In de ecologie bestuderen we een milieu
C
In de ecologie bestuderen we de invloeden die afkomstig zijn van de levende natuur
D
A en B zijn beide goed

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Vidéo

Waterkringloop

Slide 9 - Diapositive

Piramide van aantallen
Piramide van biomassa

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

stikstofkringloop

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Wat is een biotoop?
A
Alle organismen in een gebied
B
Alle abiotische factoren
C
alle levende dingen in de wereld
D
Dat weet ik niet

Slide 15 - Quiz

Welke groep organismen is autotroof?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Afvaleters
D
Reducenten

Slide 16 - Quiz

Op de afbeelding zie je:
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
Populatie
D
Ecosysteem

Slide 17 - Quiz

concumenten zijn...
A
heterotroof
B
autotroof

Slide 18 - Quiz

Zelfvoedend is?
A
Heterotroof
B
Autotroof

Slide 19 - Quiz

Consumenten zijn...
A
autotroof
B
Heterotroof

Slide 20 - Quiz

Welk van de organismen hiernaast is autotroof?
A
De radijs
B
Het konijn
C
De uil

Slide 21 - Quiz

Een producent is altijd een?
A
Plant
B
Schimmel of Bacterie
C
Autotroof organisme
D
Heterotroof organisme

Slide 22 - Quiz

de definitie voor autotroof is
A
anderen voedend
B
kan uit organische stoffen organische stoffen maken
C
zelf voedend

Slide 23 - Quiz

Wat staat er altijd onderaan de voedselpiramide? En wat bovenaan?
A
Onder: toppredator Boven: consument
B
Onder: producent Boven: toppredator
C
Onder: consument Boven: producent

Slide 24 - Quiz


Horen afvaleters bij producenten, consumenten of reducenten?
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten

Slide 25 - Quiz

Wat zijn schimmels en bacteriën?
A
Producenten
B
consumenten
C
Reducenten

Slide 26 - Quiz

Huiswerk voor

opdrachten 11 t/m 16

Slide 27 - Diapositive