12.1 Koolhydraten

12.1 koolhydraten
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

12.1 koolhydraten

Slide 1 - Diapositive

Wat kun je al vertellen over koolhydraten?

Slide 2 - Question ouverte

Koolhydraten, wat wist je (mogelijk) al? 
  • Voedingstof: pasta, aardappels, bananen. 
  • Een andere naam voor koolhydraten is suikers of sacharides.
  • De bekendste suiker is glucose.
  • Koolhydraten zijn energierijke verbindingen en kunnen als brandstof dienen.
  • Functie: energiebuffer en bouwstof
  • Koolhydraten de naam zegt al: zijn verbindingen van koolstof, waterstof en zuurstof.
  • Waterstof en zuurstof komen in koolhydraten in een verhouding 2:1 voor (H2O)
  • Het product van de fotosynthese is glucose (een koolhydraat).
  • Cellulose, zetmeel en glycogeen zijn polysacharides.









Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
Functie van koolhydraten
Je weet wat monosachariden en polysachariden zijn
Glucose, zetmeel, cellulose
Fotosynthese en verbrandingsreacties
Condensatiereacties koolhydraten
Hydrolysereacties koolhydraten

Slide 4 - Diapositive

Glucose

Slide 5 - Diapositive

Glucose is een monosacharide, net als fructose.

Fructose

Slide 6 - Diapositive

Fructose en glucose
A
hebben dezelfde molecuulformule en dezelfde structuurformule
B
hebben een verschillende structuurformules en molecuulformules
C
hebben dezelfde molecuulformule
D
hebben dezelfde structuurformule

Slide 7 - Quiz

Van monosacharide naar disacharide, ook weer een condensatiereactie

Slide 8 - Diapositive

glucose + fructose --> sacharose + water.

De molecuulformule van sacharose is
A
C12H12O11
B
C12H24O12
C
C12H22O11
D
C6H12O6

Slide 9 - Quiz

Zetmeel is een polysacharide

Slide 10 - Diapositive

De reactievergelijking voor de vorming van zetmeel uit glucose is
A
B
C
D
weet ik niet.

Slide 11 - Quiz

Wat is de reactievergelijking voor de hydrolyse van zetmeel ?

Slide 12 - Question ouverte

Je kunt nu
  • Je kent de algemene formule voor koolhydraten
  • Je weet wat monosacharide, disacharide en polysacharide zijn
  • Je kunt twee voorbeelden van polysacharide noemen.
  • Je kunt de reactievergelijking voor de hydrolysereactie van een polysacharide tot een monosacharide opstellen
  • Je kunt de reactievergelijking voor de condensatiereactie van monosacharide tot van polysacharide.

Slide 13 - Diapositive