lesson 10

• Engels
• Voortgezet speciaal onderwijs

UNIT 3 - LESSON 10

Plan

Wat staat er op de planning?

Volgende week donderdag ENGELS AFLABET opnoemen! 

Dit is een toetsing (telt 1x mee).

Staat op SOM.

Hoe gaat dit volgende les gebeuren?

FILL IN:
My parents aren't home. ... car is not in the garage.

1. Them
2. Their
3. His
4. Your

TRANSLATE:
jealous

TRANSLATE:
duidelijk

Zeg het alfabet in het Engels mee!

Leerdoel

• I will learn when and how to use tag questions.
• Ik ga leren wanneer en hoe ik tag questions moet gebruiken.

Hoe leren we dit?

• Instructie (herhaling)
• Voorbeelden
• Zelf proberen

FILL IN:
You're at school together, ... ?

1. isn't you
2. is you
3. aren't you
4. are you

Tag questions

4 Regels!

1. Na een bevestigende zin (+) is de tag ontkennend (-)
2. Na een ontkennende zin (-) is de tag bevestigend (+)
3. Je gebruikt dezelfde vorm van 'to be' in de zin en de tag.
4. De tag refereert naar dezelfde persoon/onderwerp van de zin.

Hoe zie je deze regels bij de volgende zin terugkomen?

She's not angry, is she?

FILL IN:
Her dogs are nice, ... ?

1. aren't they
2. are they
3. is they
4. isn't they

Get to work!

• Ik zorg ervoor dat ALLE opdrachten t/m 25 af zijn van unit 3!
  
• Extra instructie? AAN DE INSTRUCTIETAFEL.

Ik stel vragen door mijn hand op te steken!

Klaar?

• Ik kijk mijn werk na.
• Ik doe iets voor mezelf (lezen, tekenen, niet op de mobiel...)

What do you need to know about tag questions?

Evaluation

• What did we learn?
• What went well?
• What can go better next time?