verbranding les 10

Verbranding
Hoofdstuk 2.4
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Verbranding
Hoofdstuk 2.4

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat een verbrandingsreactie is.
  • Je kunt het verschil tussen een volledige en onvolledige verbranding uitleggen. 
  • Je weet de gevaren van koolstofmono-oxide.
  • Je kent de 3 voorwaarden voor verbranding en brengt deze in verband met de blusmethoden.  

Slide 2 - Diapositive

Verbrandingsreactie
Verbrandingsreactie is een reactie met een brandstof waarbij zuurstof wordt verbruikt. 

Verbrandingsschema:
Brandstof + zuurstof -> verbrandingsproducten

Slide 3 - Diapositive

Is een verbrandingsreactie een chemische reactie?
A
Ja, want de beginstoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan.
B
Nee, want de beginstoffen verdwijnen niet.

Slide 4 - Quiz

Volledige en onvolledige verbranding
Volledige verbranding is wanneer je voldoende zuurstof hebt om de reactie te laten verlopen. Water en koolstofdioxide ontstaan.  

Voorbeeld:
CH4 (g) + 2 O2 (g) -> CO2 (g) + 2 H2O (g)           

Slide 5 - Diapositive

Onvolledige verbranding
Onvolledige verbranding is wanneer je niet genoeg zuurstof hebt om de reactie volledig te laten verlopen. Er ontstaan gevaarlijke verbrandingsproducten zoals koolstofmono-oxide of roet C(s).
Voorbeeld:
CH4 (g) +  O2 (g) -> CO (g) + 2 H2O (g)

Slide 6 - Diapositive

Koolstofmono-oxide
Koolstofmono-oxide (CO) is een geurloos, kleurloos, brandbaar en giftige gas. 

Slide 7 - Diapositive

Verbrandingsdriehoek
3 voorwaarde voor verbranding:
1. Voldoende brandstof
2. Voldoende zuurstof
3. Temperatuur moet voldoende zijn

Slide 8 - Diapositive

Hoe kun je branden blussen?
Neem 1 van de drie brandvoorwaarden weg. 

Slide 9 - Diapositive

wat is het reactieschema van verbranding?
A
brandstof + stikstof --> verbrandingsproduct(en)
B
brandstof --> zuurstof + verbrandingsproduct(en)
C
stikstof + zuurstof --> verbrandingsproduct(en)
D
brandstof + zuurstof --> verbrandingsproduct(en)

Slide 10 - Quiz

Wat heb je nodig voor een verbranding?
A
brandbare stof, zuurstof
B
brandbare stof, zuurstof en temperatuur
C
brandbare stof, zuurstof en een vlam
D
brand en temperatuur

Slide 11 - Quiz

Huiswerk
Maak opgaven 1, 3, 6 en 11 van paragraaf 2.4
Vind je opgave 6 lastig? Oefen dan ook opgave 4.

Slide 12 - Diapositive