V3 - Bedrijvende en lijdende vorm
1 / 12
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
De taart is door mijn zus gemaakt.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm
Slide 5 - Quiz
Lijdende of bedrijvende vorm?
'Er is gisteren bij hem ingebroken.'
'Er is gisteren bij hem ingebroken.'
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm
Slide 6 - Quiz
Lijdende of bedrijvende vorm?
Deze grap werd me gisteren ook al geappt!
Deze grap werd me gisteren ook al geappt!
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm
Slide 7 - Quiz
Lijdende of bedrijvende vorm?
De keeper heeft de bal voortreffelijk tegengehouden.
De keeper heeft de bal voortreffelijk tegengehouden.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm
Slide 8 - Quiz
Lijdende of bedrijvende vorm?
De leerling heeft de toets gisteren niet kunnen maken.
De leerling heeft de toets gisteren niet kunnen maken.
A
lijdend
B
bedrijvend
Slide 9 - Quiz
Welke zin staat in de bedrijvende vorm?
A
Eet je boterham op.
B
De auto werd al snel verkocht.
Slide 10 - Quiz
Maak de zin lijdend: Jan kocht vrijdag een auto.
