e6- Gramm. zinsdelen- Over de bedrijvende en lijdende vorm-havo3

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les kun je onderscheid maken tussen de bedrijvende en lijdende vorm plus zinnen met een lijdende vorm herschrijven in de bedrijvende vorm en omgekeerd.



H. 5 blz. 162







1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les kun je onderscheid maken tussen de bedrijvende en lijdende vorm plus zinnen met een lijdende vorm herschrijven in de bedrijvende vorm en omgekeerd.



H. 5 blz. 162







Slide 1 - Diapositive

Bedrijvende of lijdende zin?
De speler heeft een prachtig doelpunt gemaakt.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 2 - Quiz

Bedrijvende of lijdende zin?
De brieven worden door de postbode bezorgd.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 3 - Quiz

Zinnen kunnen in de bedrijvende of in de lijdende vorm staan. Het onderwerp van de zin in de bedrijvende vorm is actief (voert de handeling uit), het onderwerp van de zin in de lijdende vorm is passief (ondergaat de handeling).


Bekijk zin 1a en zin 1b:
1a De hovenier snoeit de leiboom.
1b De leiboom wordt door de hovenier gesnoeid.

Slide 4 - Diapositive

De hovenier snoeit de leiboom.

In zin 1a staat een werkwoordelijk gezegde (snoeit), een onderwerp (De hovenier) en een lijdend voorwerp (de leiboom). Deze zin staat in de bedrijvende vorm.

Van zo’n zin in de bedrijvende vorm kun je een zin in de lijdende vorm maken, zie zin 1b.

De leiboom wordt door de hovenier gesnoeid.

Slide 5 - Diapositive

Dan veranderen er drie dingen:

het lijdend voorwerp wordt het onderwerp (de leiboom);
het onderwerp wordt een bijwoordelijke bepaling die met door begint (door de hovenier), een door-bepaling;
bij het werkwoordelijk gezegde (snoeit) wordt het hulpwerkwoord worden of zijn gebruikt (wordt gesnoeid). 

Slide 6 - Diapositive

Hoe het gezegde precies verandert, kun je zien aan de volgende voorbeelden.

                 Bekijk dit in je boek op blz.162

Slide 7 - Diapositive

Maken:

H. 5
Gramm. zinsdelen
blz.162
startopdr.+
opdr 1 t/m 4

Slide 8 - Diapositive

a. De dieven hebben mijn laptop gestolen.
b. Mijn laptop is door de dieven gestolen.

In welke zin doet het onderwerp echt iets?
A
A
B
B

Slide 9 - Quiz

Het gras van onze tuin werd door de hovenier gemaaid.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 10 - Quiz

De rechercheur vond bloedspetters op de muur van de keuken.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 11 - Quiz

Dit werkstuk is door vier leerlingen uit mijn klas gemaakt.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 12 - Quiz

Wis je alle mailadressen van je oude vrienden uit je bestand?
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 13 - Quiz

Bedrijvende of lijdende zin?
De bal wordt geschopt.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 14 - Quiz

Bedrijvende of lijdende zin?
De kinderen drinken limonade.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 15 - Quiz

Bedrijvende of lijdende zin?
Word jij later docent aardrijkskunde?
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 16 - Quiz

Bedrijvende of lijdende zin?
De leerlingen maken de grammaticatoets.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 17 - Quiz

Bedrijvende of lijdende zin?
Deze grap werd me gisteren ook al geappt!
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 18 - Quiz

Bedrijvende of lijdende zin?
De toets wordt morgen afgenomen bij klas H2a.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 19 - Quiz

Bedrijvende of lijdende zin?
Ik ben geen groot liefhebber van poëzie.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 20 - Quiz

Inna ontvangt een prijs.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 21 - Quiz

Is de opdracht nu goed nagekeken?
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 22 - Quiz

Het jurkje wordt door Simone gekocht.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 23 - Quiz

De man koopt een scheerapparaat.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 24 - Quiz

Het dressuur wordt door Inna goed uitgevoerd
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 25 - Quiz

Mijn moeder prijst mijn oom uitbundig.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 26 - Quiz

Het dienstmeisje verschoont de lakens.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive