Marketing Lesbrief 2 Product/plaats

• Economie & Ondernemen
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3,4

De P van product & plaats onderzoeken

Marketing

08:15 - 11:55

De les van vandaag

Onderwerp: P van Product/ P van plaats

1e uur: P van Product (lesbrief 2 taak 5)

2e uur: P van plaats (lesbrief 2 taak 4)

3e uur: Eigen onderzoek

4e uur: Eigen onderzoek

P van Plaats en P van Product moeten vandaag klaar.

De leerdoelen van vandaag

De leerling kan:

1. Het verschil tussen een product en dienst uitleggen.

2. De begrijpt de begrippen breed, smal, diep en ondiep assortiment.

3. De leerling kan uitleggen wat service betekent en hiervan voorbeelden geven van de eigen onderneming. 

4. De leerling kan A/B/C- en huismerken onderscheiden en benoemen.

5. Je kan voor jouw winkel omschrijven op wat voor locatie het zit. 

Wat is een product? Wat is een dienst?
Noem ook het verschil tussen de twee.
Kan je ook beide verkopen?

Product en dienst

Product= tastbaar. Bijvoorbeeld een pen.

Dienst= NIET tastbaar. Bijvoorbeeld naar de kapper gaan. 

Assortiment

Alle artikelen die een retailer verkoopt, noem je het assortiment. Het assortiment kun je verdelen in:

• assortimentsgroepen
• artikelgroepen
• artikelsoorten
• artikelen.

Zoek van alle bovenstaande begrippen een voorbeeld bij een supermarkt. Werk dit uit op een A3-papier. 

Hier krijg je 15 minuten de tijd voor. 

Lees tekstbron 46: dimensies van het assortiment.

Boomdigitaal.nl --> Marketing lesbrief 2 --> Product --> tekstbron lezen.

Schrijf de moeilijke woorden voor jezelf op. 

Hoe lang? 5 minuten.

Moeilijke woorden

Voorbeeld

Zara winkel

Assortimentengroepen: Mannenkleren

Artikelgroepen: Shirts, broeken, sokken, overhemden en onderbroeken

Artikelsoorten: Shirts, verschillende kleuren shirts.  

Artikel: Groene shirt met het Zara logo maat L.

Voorbeeld 2

Supermarkt 

Assortimentengroepen: Fruit

Artikelgroepen: Appels, bananen, ananas.  

Artikelsoorten:  Elstar, Jonagold, Jonagored, Cox, Groene appels

Artikel: Elstar Appels

Dimensies Assortiment

1)  Breedte assortiment

2) Diepte assortiment

3) Lengte assortiment

4) Consistentie assortiment

Breedte assortiment

• Het aantal verschillende productgroepen waaruit het assortiment bestaat. 
• Hoe meer verschillende productgroepen, hoe breder het assortiment. 

De diepte van het assortiment

• Aantal varianten dat je van een productgroep verkoopt.
• Variatie in: maten, kleuren, smaken, modellen, prijsklassen en  merken.

De twee andere assortimenten

De lengte van het assortiment: Aantal artikelen op voorraad.

De consistentie van het assortiment: samenhang tussen de artikelen.

Voorbeeld:

Elektronicawinkel: Computers, Mobiel, beeld en geluid, games en films.

Decatlon: Sport, fietsen, kamperen

Groepen artikelen in het assortiment

Het kernassortiment: standaardartikelen. Wat de klant verwacht in de winkel.

Het randassortiment: Artikelen die winkeliers verkopen om extra winst te maken.

Complementaire of aanvullende artikelen: hoofdartikel completer maken

Follow-upartikelen: Artikel wat je nodig hebt voor het hoofdproduct. Toner voor de printer. 

Concurrerende artikelen: verschillende soorten merken. Samsung en Apple

Impulsartikelen: Snoeprek bij de kassa

Rage-artikelen: Een korte tijd zijn de rage-artikelen overal te koop, bv fidgetspinners. 

Dimensies van het assortiment 

Opdracht:

Wie? Buurman/vrouw

Wat? 

• Geef een voorbeeld van een bedrijf met een breed assortiment.
• Geef een voorbeeld van een bedrijf met een diep assortiment. 
• Geef een voorbeeld van een bedrijf met een consistent assortiment. 
• Geef een voorbeeld van een bedrijf met een niet-consistent assortiment. 

Breed of smal?

1. Smal
2. Breed

Breed of smal?

1. Breed
2. Smal

Diep of ondiep?

1. Diep
2. Ondiep

Wat voor assortiment?

1. breed en diep
2. smal en diep
3. breed en ondiep
4. smal en ondiep

A/B/C en huismerken 

Zoek het verschil op tussen deze vier soorten. 

Schrijf van alle vier één voorbeeld op.

5 minuten. 

En nu 1 van jullie!

Maken

Marketing - lesbrief 2 taak 5: Product.

Tijd voor een spel

Ga naar blooket.com

P van Plaats

Locaties

In elke stad zijn de vestigingsplaatsen voor winkels ingedeeld in:

A1-locaties

A2-locaties

B-locaties.

Maken

Lesbrief 2 Taak 4: p van product.

Nu aan de slag voor je onderzoek.

Opdracht krijgen jullie op papier. 

De leerdoelen van vandaag

De leerling kan:

1. Het verschil tussen een product en dienst uitleggen.

2. De begrijpt de begrippen breed, smal, diep en ondiep assortiment.

3. De leerling kan uitleggen wat service betekent en hiervan voorbeelden geven van de eigen onderneming. 

4. De leerling kan A/B/C- en huismerken onderscheiden en benoemen.

5. Je kan voor jouw winkel omschrijven op wat voor locatie het zit.