Economie en Ondernemen

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Economie & Ondernemen

Mevr. Agounad 

Assortiment

Met het assortiment bedoelen we alle producten die de winkel verkoopt. 

Het assortiment van een winkel bestaat uit meerdere soorten producten. Een supermarkt verkoopt duizenden verschillende producten en een kledingwinkel vaak meer dan honderd. 

Producten

Een productgroep kun je opdelen in producten. Bij de productgroep herenschoenen horen bijvoorbeeld de producten laarzen, winterschoenen, zomerschoenen, sportschoenen, sandalen, pantoffels en slippers.

Productvarianten

Naast productgroepen en producten, bestaat het assortiment ook uit productvarianten. De productvarianten verschillen van elkaar, maar horen wel bij hetzelfde product. Bij de productgroep herenschoeisel hoort het product laarzen. De laarzen kun je indelen naar bijvoorbeeld kleur, merk, hoogte en wel of niet gevoerd.

Breed of smal assortiment

Breed assortiment: veel verschillende productgroepen.​

Smal assortiment: weinig verschillende productgroepen.

Diep of ondiep assortiment

Diep assortiment: binnen een productgroep veel keuze, dus van elk product meerdere varianten.​

Ondiep assortiment: binnen een productgroep weinig keuze.

Follow-up artikel

= Een artikel dat je nodig hebt om het hoofdartikel te kunnen gebruiken.

Denk aan een opzetborstel bij een elektrische tandenborstel,

zonder de opzetborstel kun je de tandenborstel niet gebruiken.

Of koffiefilters die nodig zijn bij een koffiezetapparaat. Zonder

koffiefilter kun je geen koffie zetten.

Rage-artikel

= Een artikel dat inhaakt op een bepaalde rage. Een rage is iets dat in korte tijd heel erg populair wordt.

Voorbeeld: Loombandjes of oranje artikelen in de 

periode van het EK of WK.

Impuls artikel

= Een artikel dat je in een opwelling koopt, zonder dat je het van tevoren van plan was.

Denk aan artikelen op het display bij

de kassa, waarop bijvoorbeeld

snoep en chocoladerepen staan.

Of bakken met artikelen in het gangpad

of bij de winkelingang.

Complementaire artikel

= Een artikel dat nodig is om het hoofdartikel beter te gebruiken of mooier te maken. Dit artikel verkoop je 'erbij'.

Voorbeeld is een riem die je 

bij een spijkerbroek koopt 

of een fietstas bij een fiets.

Artikelkennis

Het is belangrijk dat een verkoopmedewerker kennis heeft van de producten die hij verkoopt. Artikelkennis wordt ook wel assortimentkennis genoemd. Artikelkennis kun je onderverdelen in:

- praktische artikelkennis

- technische artikelkennis

- commerciële artikelkennis

Praktische artikelkennis

Je weet waar het product geproduceerd is, hoe je het product moet gebruiken en wat het product kost. Je kunt de klant dus praktische informatie geven.

Technische artikelkennis

Je weet hoe een artikel werkt en wat het allemaal kan. Je kunt de klant dus technische informatie geven.

Commerciele artikelkennis

Je weet wat de levertijd van een product is, hoeveel winst je op het artikel maakt en hoeveel korting je mag geven. Je kunt de klant dus informatie geven waardoor de kans groter is dat het product wordt verkocht.

Winkel merken

Huismerken: producten die door één bepaalde winkelketen worden verkocht en de naam van die winkelketen dragen 

(AH huismerk bij Albert Heijn, Jumbo huismerk bij Jumbo).

Eigen merken: producten die door één bepaalde winkelketen worden verkocht, maar niet de naam van die winkelketen dragen (Palomino van C&A, Cotton Club van The Sting)

Fabrikanten merken

A-merken: heel bekend, vrij duur en makkelijk verkrijgbaar.

Veel verkocht en goede kwaliteit. ​

B-merken: minder bekend, iets goedkoper, minder makkelijk verkrijgbaar. Vrij goede kwaliteit.​

Consistent assortiment

De productengroepen die de winkel verkoopt passen goed bij elkaar.

Kruidvat is een drogist en verkoopt o.a. shampoo, tandpasta en deodorant. Kruidvat verkoopt ook vaak speelgoed en kerstspullen, dit past niet bij de andere productgroep. Kruidvat heeft dus géén consistent assortiment.

Kernassortiment = De belangrijkste artikelen die een winkel verkoopt, waar de meeste consumenten voor komen. ​80% van de omzet

Randassortiment = Dit zijn de artikelen/productgroepen die de winkel als aanvulling op het kernassortiment heeft. ​

20% van de omzet

assortiment 

productgroep

product

productvariant

kleding

dameskleding 

jurk 

jurk lange mouw

drinken

frisdrank

cola

cola zero

Een kaaswinkel heeft een....... assortiment

1. breed+ondiep
2. breed+ diep
3. smal +diep
4. smal+ondiep

De Gamma (bouwmarkt) heeft een....... assortiment

1. breed+ondiep
2. breed+ diep
3. smal +diep
4. smal+ondiep

Sportwinkel Sportief voegt vandaag de nieuwe smaak toe aan het assortiment, de smoothies zijn vanaf vandaag ook verkrijgbaar in de smaak Banaan.

Wat gebeurt er met het assortiment smoothies bij Sportwinkel Sportief?

1. Het wordt breder
2. Het wordt smaller
3. Het wordt dieper
4. Het wordt ondieper

Fietsenwinkel Harry verkoopt fietsen en onderhoudt deze. Welke product behoort tot het randassortiment?

1. Damesfietsen
2. Herenfietsen
3. Kinderfietsen
4. Bidon

A-merk 

huismerk

eigen merk

‘Artikel dat je per se nodig hebt om een ander artikel te kunnen gebruiken.’

Welk begrip hoort bij deze omschrijving?

1. Complementair artikel
2. Follow-up artikel
3. Impulsartikel
4. Rage-artikel

‘Artikel dat je niet van plan was te kopen.’

Welk begrip hoort bij deze omschrijving?

1. Complementair artikel
2. Follow-up artikel
3. Impulsartikel
4. Rage-artikel

Verkoper meubelzaak: "De prijs van deze bank is
€ 790,00".
Welk soort artikelkennis hoort bij deze omschrijving?

1. Commerciële artikelkennis
2. Praktische artikelkennis
3. Technische artikelkennis
4. Theoretische artikelkennis

Verkoper meubelzaak: "Deze bank is gemaakt van kalfsleer en de vering is van zeer goede kwaliteit".
Welk soort artikelkennis hoort bij deze omschrijving?

1. Commerciële artikelkennis
2. Praktische artikelkennis
3. Technische artikelkennis
4. Theoretische artikelkennis

Verkoper meubelzaak: "In verband met drukte is de levertijd acht weken".
Welk soort artikelkennis hoort bij deze omschrijving?

1. Commerciële artikelkennis
2. Praktische artikelkennis
3. Technische artikelkennis
4. Theoretische artikelkennis

Je weet hoeveel winst er op een artikel gemaakt wordt.

Je weet waar het product geproduceerd is.

Je weet hoe een artikel in elkaar zit en hoe het werkt.

Wat hoort bij elkaar?

Commerciële artikelkennis

Praktische artikelkennis

Technische artikelkennis

De economie en ondernemen logo quiz

Hoe goed ken jij alle logo's? 

Elke dag komen we heel veel logo's tegen. De vraag is ken jij alle logo's ? 

Aan het einde van Quiz kan je nakijken of jij een echte logo kenner bent.!

Welk logo zien we hier?

1. Instagram
2. Tiktok
3. Facebook
4. Beats by Dre

Welk logo zien we hier?

1. Dunken Donuts
2. La Place
3. koffie automaat Albert heijn
4. Starbucks

Welk logo zien we hier?

1. Nike
2. Addidas
3. Reebok
4. Vans

Welk logo zien we hier?

1. Nike
2. Reebok
3. Black Bananas
4. Addidas

Welk logo zien we hier?

1. Audi
2. BMW
3. Ferrari
4. Mercedes

Welk logo zien we hier?

1. Samsung
2. Apple
3. Nokia
4. Huawei

Welk logo zien we hier?

1. Burgerking
2. Mcdonald's
3. KFC
4. Pizzahut

Welk logo zien we hier?

1. Ronald mcDonald huis
2. Wereld natuurfonds
3. SOS kinderdorpen
4. Stichting glimlach

Welk logo zien we hier?

1. Guess
2. Philipp plein
3. Armani
4. Addidas

Welk logo zien we hier?

1. Shell
2. Total
3. BP
4. Tinq

Welk logo zien we hier?

1. New york pizza
2. domino's
3. Pizza hut
4. Jumbo

Welk logo zien we hier?

1. Aliexpress
2. Wish
3. Amazon
4. Bol.com

Welk logo zien we hier?

1. Coca Cola
2. 7-up
3. Fanta
4. Pepsi

Welk logo zien we hier?

1. Twitter
2. Facebook
3. Instagram
4. Snapchat

Welk logo zien we hier?

1. Albert Heijn
2. Croky
3. Lays
4. Pringles

Administratie:

Maar…. Als je een eigen bedrijf hebt, 

neem je toch gewoon een boekhouder?!

Offerte

Factuur

Orderbevestiging

Jaarrekening

Bedrijfsprocessen

Verlies / Winst

:

Commercieel:

Kassa

Artikelpresentatie

Etaleren