K2/M2: 1,3 Regenten en stadhouders #1

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

Welkom in de geschiedenisles!

Begin met de vraag: waar hebben we het de vorige les over gehad? 

Laat leerlingen benoemen:

- samenleving/maatschappij

- sociale omgeving

- identiteit

- regels en wetten

- sociaal wezen

- etc.

Wat gaan we doen vandaag?

-Lesdoelen

-Herhaling

-Regenten en stadhouders

-Opdrachten

-Afsluiting  

Lesdoelen

Aan het eind van deze les kun je:

• Wat de naam is van Nederland in de 16de en 17de eeuw.
  

• Vertellen wat een gewest is en er een voorbeeld van noemen.

• Hoe werd de republiek bestuurd?
  

• Het verschil in besturen tussen toen en nu uitleggen.
  
  

Herhaling

• Noem een aantal specerijen

• Waar staat de afkorting VOC/WIC voor?

• Welk gevolg had de afsluiting van de Schelde?

• Waarom deden de Nederlanders aan Droogmakerij?

Regenten en stadhouders

Andere landen = vorst (koning)

1588: Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden

De gewesten

7 gewesten: 

Zeeland, Holland, Utrecht,

Gelderland, Overijsel,

Groningen, Friesland

Alle gewesten vergaderen!

• Eigen bestuur (Staten)

• Belastingen, wetten

• Samen beslissen (Staten-Generaal)

• Buitenlandse politiek en het leger

• Regenten

Stadhouders

Lees: ''de stadhouder'' en ''een mooi baantje''

Hoe kreeg je een belangrijke baan?

• Wat vinden jullie hiervan?
  

Arm en rijk

• Eerste groep: de regenten, erg rijk, klein

• Tweede groep: Handelaren notarissen en advocaten, rijk, klein

• Derde groep: ambachtslieden, midden, middelgrote

• Vierde groep: alle andere stedelingen, arm, grote groep.

Hoe gaat dat nu?

• Regering: Koning en de ministers. 

• Parlement: 

• Tweede kamer:De Tweede Kamer is deel van de volksvertegen­woor­di­ging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten en controleert de regering

• Eerste kamer:Over een wetsvoorstel moet, als de Tweede Kamer het heeft aangenomen, ook door de Eerste Kamer worden gestemd. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel nog tegenhouden.

Opdrachten

Paragraaf 1.3: regenten en vorsten > blz. 16 en 17
Opdrachten: 1 t/m 4

Afsluiting

•   Wat de naam is van Nederland in de 16de en 17de eeuw.

•     Vertellen wat een gewest is en er een voorbeeld van noemen.

•    Hoe werd de republiek bestuurd?

   

• Het verschil in besturen tussen toen en nu uitleggen.

Fijne dag!