Directe indirecte rede

Directe en indirecte rede


Uitleg
Oefenen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Directe en indirecte rede


Uitleg
Oefenen

Slide 1 - Diapositive

Indirecte rede

Juf zegt dat we weer gaan oefenen met de directe rede en indirecte rede.

Slide 2 - Diapositive

Directe rede

Juf zegt: 'We gaan weer oefenen met de 
directe rede en indirecte rede.'

Slide 3 - Diapositive

Lesdoel

Ik weet wat de directe en indirecte rede is en kan zinnen omzetten van directe naar indirecte rede en andersom.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

De boze stiefmoeder vroeg aan de spiegel wie de mooiste van het land is.

A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 7 - Quiz

De spiegel antwoordde: "U bent de mooiste van het land."

A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 8 - Quiz

"Breng Sneeuwwitje naar het bos en dood haar!" sprak de boze koningin.


A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 9 - Quiz

De jager zei tegen Sneeuwwitje dat ze ver weg moest lopen.



A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 10 - Quiz

De dwergen vroegen verbaasd: "Wie heeft er soep voor ons gekookt?“



A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 11 - Quiz

Sneeuwwitje zei dat zij dat had gedaan.



A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 12 - Quiz

De dwergen riepen dat ze er erg blij mee waren.



A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 13 - Quiz

Welke zin staat er in de DIRECTE rede?
A
Mijn vader zegt dat hij morgen thuiskomt.
B
Mijn moeder roept: 'Kom direct thuis!'
C
Het meisje vertelt mij dat ze morgen jarig is.
D
Simon vertelde mij dat hij gister ziek was.

Slide 14 - Quiz

Welke zin staat in de INDIRECTE rede?
A
Simon zegt:'Ik heb geen zin meer!'
B
'Ben je daar eindelijk!', roept Henk
C
Vader fluistert: 'Ik heb een verrassing voor je.'
D
Ik vertel haar dat ik de tekening mooi vind.

Slide 15 - Quiz

Welke zin is helemaal juist?
A
Iza vraagt:'mag ik een ijsje?'
B
Iza vraagt: Mag ik een ijsje?
C
Iza vraagt:'Mag ik een ijsje?'
D
Iza vraagt: 'Mag ik een ijsje'?

Slide 16 - Quiz

Welke zin is helemaal juist?
A
Ik roep: Kijk uit!
B
Ik roep: 'Kijk uit.'
C
Ik roep:'Kijk uit!'
D
Ik roep 'Kijk uit!'

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Caro zegt: "Ik heb zin om naar Frankrijk te gaan."

Zet deze zin in de indirecte rede.

Slide 19 - Question ouverte

Lisanne zegt: "Ik ga pannenkoeken eten."

Zet de zin in de indirecte rede.

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Fieke zegt dat het schilderij af is.

Zet de zin in de directe rede.

Slide 22 - Question ouverte

Karim vraagt of het bijna pauze is.

Zet deze zin in de directe rede.

Slide 23 - Question ouverte

Tijd over?
In deze volgorde verdergaan:
1. Bundel maken in Gynzy
2. IEP hart en handen afmaken
3. Weektaak (vakantieverhaal)

Alles af? --> Kom dan naar meester.


Directe rede:
Meester zegt: "Doe je best."


Indirecte rede:
Meester zegt dat wij ons best moeten doen.

Slide 24 - Diapositive