5.1 - Temperatuur

Welkom bij Nask
Hst 5 
Het weer 

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nask
Hst 5 
Het weer 

Slide 1 - Diapositive

Paragraaf 5.1 temperatuur

Slide 2 - Diapositive

Favoriete Seizoen
Herfst
Winter
Zomer
Lente

Slide 3 - Sondage

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je de vragen beantwoorden:

- Hoe meet je de temperatuur?

- Hoe werken andere thermometers?

- Hoe maak je, of ijk je een thermometer?


Slide 4 - Diapositive

Hoe meet je de temperatuur?
Vloeistofthermometer --> Alcohol + Kleurstof

Vloeistof vanuit het reservoir 
gaat uitzetten in de stijgbuis.

Je kiest een thermometer met een 
geschikt meetbereik.

Slide 5 - Diapositive

Temperatuur in een weerbericht
In Nederland wordt altijd de temperatuur weergegeven in graden Celcius.

Slide 6 - Diapositive

het weer

Slide 7 - Carte mentale

Verschillende soorten thermometers

  1. vloeistofthermometer
  2. digitale thermometer
  3. bimetaalthermometer
  4. infraroodthermometer

Slide 8 - Diapositive

Bimetaal thermometer
  • in bimetaalthermometer zit een strip bestaand uit twee verschillende metalen, meestal ijzer en aluminium
  • ijzer zet bij een hogere temperatuur minder uit dan aluminium

  • strip is opgerold in spiraal
  • temperatuur wordt weergegeven met wijzer

Slide 9 - Diapositive

infraroodthermometer
  • meet hoeveelheid infraroodstraling                   
    (= warmtestraling)
  • temperatuur wordt in cijfers op scherm weergegeven

Slide 10 - Diapositive

Temperatuur
Het ijken van een thermometer wordt gedaan om een juiste temperatuur af te kunnen lezen.


Slide 11 - Diapositive

Wat is het meetbereik van de hiernaast afgebeelde thermometer?
A
O tot 100 graden Celsius
B
120 graden Celcius
C
20 tot 120 graden Celcius
D
100 graden Celcius

Slide 12 - Quiz

Lees de temperaturen af van de 5 thermometers
A
49 , 112, 13, 240, 52 graden Celsius
B
49, 108, 13, 230, 50 graden Celcius
C
50, 108, 13, 230, 52 graden Celcius
D
50, 112, 15, 240, 50 graden Celcius

Slide 13 - Quiz

Opdrachten maken
5.1  opdracht 1 t/m 12


timer
1:00

Slide 14 - Diapositive

Noem 3 onderdelen van een vloeistofthermometer:

Slide 15 - Question ouverte

Wat wordt bedoeld met het meetbereik van een thermometer?

Slide 16 - Question ouverte

Wat is het smeltpunt van water?
A
-273 °C
B
-100 °C
C
0 °C
D
100 °C

Slide 17 - Quiz

Welk meetbereik heeft een koortsthermometer?
A
-10 °C tot 110 °C
B
35 °C tot 42 °C
C
50 °C tot 300 °C
D
0 °C tot 40 °C

Slide 18 - Quiz

Leg uit hoe een vloeistofthermometer werkt:

Slide 19 - Question ouverte

Welke nacht is het koudste?
A
Vrijdag
B
Zondag
C
Dinsdag
D
Maandag

Slide 20 - Quiz

Welke eenheid is er gebruikt voor de temperatuur?
A
Graden Celsius
B
Fahrenheit
C
Kelvin

Slide 21 - Quiz

Zelfstandig werken
Lezen - Hoofdstuk 6.1

Maken in je boek - Hoofdstuk 6.1


Succes allemaal!! Voor vragen spreek ik jullie in Teams

Slide 22 - Diapositive