Warmte en Energie

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Warmte en Energie

1. Warmtebronnen geven thermische energie af

1. waar
2. niet waar

2. De brandstof in een hoogoven is cokes

1. waar
2. niet waar

www.demijnstreek.net

3. In brandstof zit chemische energie.

1. waar
2. niet waar

4. De verbranding van brandstof is een natuurkundig proces.

1. waar
2. niet waar

5. 1 kg hout levert bij verbranding evenveel energie als 1 kg steenkool.

1. waar
2. niet waar

6. Als aardgas volledig verbrandt, ontstaat afval dat je op moet ruimen.

1. waar
2. niet waar

7. aardgas verbranden veroorzaakt luchtvervuiling.

1. waar
2. niet waar

8. Bij volledige verbranding van aardgas ontstaan CO2 en H2O

1. waar
2. niet waar

9. Water toon je aan met blauw kopersulfaat

1. waar
2. niet waar

9. Water toon je aan met blauw kopersulfaat

1. waar
2. niet waar

10. Bij onvolledige verbranding van aardolie ontstaat CO

1. waar
2. niet waar

11. Als in een ruimte wordt gestookt, moet je alle kieren van die ruimte dichtplakken voor de veiligheid.

1. waar
2. niet waar

12. radiatoren van de centrale verwarming moet je isoleren

1. waar
2. niet waar

13. metalen zijn goede warmtegeleiders

1. waar
2. niet waar

14. de verbrandingswarmte is de hoeveelheid energie die vrijkomt bij verbranding van een stof

1. waar
2. niet waar

15. Een andere naam voor warmte is chemische energie

1. waar
2. niet waar

16. warmteverlies voorkom je door harder te stoken

1. waar
2. niet waar

17. voor transport van warmte door straling is een tussenstof nodig

1. waar
2. niet waar

https://inask.nl/index.php/16-Onderwerpen/Energie-Straling/136-warmtetransport 

18. een hoogrendementsketel is zuiniger dan een laagrendementsketel

1. waar
2. niet waar

https://www.energiebespaarlening.nl/particulieren/energiebesparende-maatregelen/hoogrendementsketel/ 

19. Verwarming met een elektrische kachel is milieuvriendelijk als de stroom uit een kolencentrale komt

1. waar
2. niet waar