GENDER Vooroordelen en stereotypen

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
Maatschappelijke vormingSecundair onderwijs

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Met de term 'gender' bedoelt men
A
Het biologisch geslacht
B
Het geheel van sociale verwachtingen over vrouwelijkheid en mannelijkheid

Slide 2 - Quiz

Waar heeft je genderidentiteit mee te maken?
A
met hoe je je voelt
B
met hoe anderen je zien
C
met hoe je je kleedt
D
met hoe je je gedraagt

Slide 3 - Quiz

Naast je geslacht, genderidentiteit en je seksuele en romantische aantrekking is er ook nog je...
A
genderexpressie
B
genderimpressie
C
gendertransmissie
D
gendertransitie

Slide 4 - Quiz

Transgender betekent...
A
dat iemands geslacht niet meer het geslacht is waarmee men geboren werd
B
dat je meerdere genderidentiteiten hebt en die niet overeenkomen
C
dat iemands genderidentiteit en geslacht niet overeen komen
D
dat iemands genderexpressie en geslacht niet overeen komen

Slide 5 - Quiz

Iemand die intersekse is
A
Heeft geen voorkeur voor eigen sekse
B
Heeft zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken

Slide 6 - Quiz

De manier waarop je je gedraagt, kleedt, spreekt, beweegt, ... noemen we
A
Genderidentiteit
B
Genderexpressie

Slide 7 - Quiz

Wat is een vooroordeel?

Slide 8 - Carte mentale

Wat zijn stereotypen?

Slide 9 - Carte mentale

Stereotyp
vooroordeel
Een ... is een overdreven ongenuanceerd beeld over een groep mensen
Een ... is een mening over iemand, zonder dat je de persoon kent

Slide 10 - Question de remorquage

Amerikanen zijn allemaal dik. Alles wat ze hebben is 'king size', auto's, maar ook de vele hamburgers en milkshakes die ze per dag eten en drinken.
A
stereotype
B
vooroordeel

Slide 11 - Quiz


A

Slide 12 - Quiz