Les 1. Het skelet van de mens + functies

Hoofdstuk 5. Stevigheid en beweging
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5. Stevigheid en beweging

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Wat weet je al over het skelet?
Skelet

Slide 4 - Carte mentale

Doel
- Je leert de botten van het skelet te benoemen.

- Je leert de functies van het skelet. 

- Je leert de kenmerken van bot en kraakbeen. 

Slide 5 - Diapositive

Heeft de mens een inwendig of een uitwendig skelet?
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet

Slide 6 - Quiz

Een mens heeft een inwendig skelet.
Het skelet wordt ook wel geraamte genoemd. 
Je skelet bestaat uit botten. Botten noemen we ook vaak beenderen
Welke botten kan jij aanwijzen en benoemen? 

Slide 7 - Diapositive

Wat zijn beenderen?
A
Spieren
B
De botten in je been
C
Botten

Slide 8 - Quiz

De wervelkolom 
De wervelkolom bestaan uit wervels, het heiligbeen en het staartbeen.
7 halswervels
12 borstwervels
5 lendenwervels
heiligbeen (5 vergroeide wervels)
staartbeen (4 vergroeide wervels)

Slide 9 - Diapositive

Ledematen: armen en benen 





Bij de pols zit de ellepijp aan de kant van de pink
Ellepijp is meestal dunner en langer dan spaakbeen 

Slide 10 - Diapositive

Handwortelbeentjes

Slide 11 - Diapositive

Middenhandsbeentjes

Slide 12 - Diapositive

Vingerkootjes

Slide 13 - Diapositive

voetwortelbeentjes

Slide 14 - Diapositive

middenvoetsbeentjes

Slide 15 - Diapositive

teenkootjes

Slide 16 - Diapositive

Borstkas

Bestaat uit de borstwervels, de ribben en het borstbeen.

Slide 17 - Diapositive

Schoudergordel
  
Bestaat uit je schouderbladen en sleutelbeenderen.

Slide 18 - Diapositive

Bekkengordel
Bestaat uit de heupbeenderen en het heiligbeen. 

Slide 19 - Diapositive

Welke functies heeft het skelet?
(maximaal 4)

Slide 20 - Question ouverte

Functies van het skelet
- Stevigheid
- Beweging
- Vorm
- Bescherming

Slide 21 - Diapositive

stevigheid
beweging

Slide 22 - Diapositive

bescherming
Vorm

Slide 23 - Diapositive

Botten
Bestaan uit kalk en lijmstof

Kalk is stevig maar breekt snel.
Lijmstof is soepel maar niet zo stevig.

Slide 24 - Diapositive

Kraakbeen 
Kraakbeen komt voor op plaatsen die stevig, maar toch soepel moeten zijn. 
Kraakbeen is dus stevig en buigzaam

Kraakbeen zit in je neus, in je oorschelpen, tussen je ribben en je borstbeen. 

Slide 25 - Diapositive

Baby's hebben meer botten dan volwassen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Zoogdieren hebben een inwendig skelet. 
De skeletten van zoogdieren lijken op elkaar. Alle zoogdieren hebben een schedel en een wervelkolom. De meeste zoogdieren hebben in hun poten dezelfde botten als mensen in hun armen en benen. Toch zijn er ook verschillen. 




Zoolgangers

Teengangers 

Topgangers (hoefgangers)

Slide 27 - Diapositive

Welke functies heeft ons skelet?
A
vormgeven, bescherming, stevigheid
B
vormgeven, stevigheid, beweging
C
beweging, vormgeven,stevigheid, bescherming

Slide 28 - Quiz

Uit welke delen bestaat het skelet?
A
schedel en ledematen en armen
B
romp, ledematen en armen en benen
C
schedel,romp, ledematen
D
schedel,romp,ledematen en armen en benen

Slide 29 - Quiz

Wat is een ander woord voor wervelkolom?
A
rug
B
borstkas
C
ruggengraat

Slide 30 - Quiz

Wat wordt er beschermd door onze borstkas
A
maag en nieren
B
hart en longen
C
hersenen
D
darmen en maag

Slide 31 - Quiz

Wat wordt er beschermd door onze schedel?
A
longen
B
hart
C
darmen
D
hersenen

Slide 32 - Quiz

Schedel
  • 1 tm 5 = schedelbeenderen
  • 6 = bovenkaak
  • 7 = onderkaak
1
2

Slide 33 - Diapositive

  1. sleutelbeen
  2. schouderblad
  3. borstbeen
  4. ribben
  5. wervels
3
6
7
4
5

Slide 34 - Diapositive

  1. heupbeen
  2. dijbeen
  3. heiligbeen
  4. staartbeen
8
11
9
10

Slide 35 - Diapositive

  1. opperarmbeen
  2. spaakbeen
  3. ellepijp
12
13
14

Slide 36 - Diapositive

  1. knieschijf
  2. scheenbeen
  3. kuitbeen
15
17
16

Slide 37 - Diapositive

Antwoorden
  1. bovenkaak
  2. onderkaak
  3. sleutelbeen
  4. borstbeen
  5. ribben
  6. borstwervel
  7. opperarmbeen
  8. heupbeen
  9. staartbeen
10. heiligbeen
11. dijbeen
12. opperarmbeen
13. ellepijp
14. spaakbeen
15. knieschijf
16. kuitbeen
17. scheenbeen

Slide 38 - Diapositive