KERN 43_moeilijke woorden.

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat betekent context?
Je kunt soms de betekenis van een woord raden door naar de context te kijken.

Slide 2 - Question ouverte

Context (KERN 43)
Tekst rondom een woord of woordgroep.

Bijvoorbeeld: De precieze oorzaak van kleptomanie, een ziekelijke drang om te stelen, is niet bekend.

Slide 3 - Diapositive

Kleptomanie is een ziekelijke drang om te stelen.
Wat betekent 'de drang'?
A
Nauwkeurige omschrijving van een woord
B
Ongezond, vaak ziek.
C
Een sterk verlangen om iets te doen
D
Tekst rond een woord

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Wat betekent 'terecht'?

De straf die de voetballer kreeg was niet terecht. Hij werd een heel jaar geschorst!

Slide 6 - Question ouverte

Wat betekent 'terecht'?
Na uren zoeken was de hond terecht. Zijn baasje was dolblij!

Slide 7 - Question ouverte

Betekenis van 'terecht'
1. Na uren zoeken was de hond terecht.
= teruggevonden.

2. De straf die de voetballer kreeg was niet terecht.
= gerechtvaardigd.

Slide 8 - Diapositive

Lees altijd goed de zin waar het moeilijke woord in staat!

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Uit welke woorden bestaat 'bevolkingsgroei'.

Slide 15 - Question ouverte

Online woordenboeken

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Tip bij Google Translate:
Vertaal altijd de hele zin. Zo wordt het woord vertaald in de juiste context.

Slide 21 - Diapositive

Welk online woordenboek gebruik jij of ga je gebruiken?
Google Translate
Mijnwoordenboek.org
Van Dale woordenboek
Geen. Ik pas de woordstrategieën toe.

Slide 22 - Sondage

Hoe kun je de betekenis vinden van moeilijke woorden? (R-vraag)

Slide 23 - Question ouverte

Zelfstandig werken
Wat?
KERN 43: vraag 1, 2, 3, 4 + 10 t/m 12. 
Hoe?
Lees de uitleg op bladzij 90.
Tijd?
Tot einde van de les
Klaar?
Leesboek lezen

Slide 24 - Diapositive