4.6 Reageren met hormonen (2021)

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

4.6 Reageren met hormonen

4.6 Leerdoelen

• Je weet hoe hormonen werken (bron2)
• Je kent de namen en functies  van de hormonen(bron3)

4.6 Begrippenlijst

• hormonen -hormoonklieren
• Hypofyse (groeihormoon)-schildklier-eilandjes van Langerhans (insuline-glucagon)-bijnieren (adrenaline)-eierstokken (oestrogeen)-zaadballen/teelballen (testosteron)

Wat is er bijzonder aan de werking van een hormoonklier in vergelijking met andere klieren?

Wat zijn hormonen?
A. regelstoffen / B. voedingsbestandsdelen
C. geslachtskenmerken / D. klieren

1. Regelstoffen
2. Voedingsbestanddelen
3. Geslachtskenmerken
4. Klieren

Wat is de functie van hormonen?
A. werking van specifieke organen regelen
B. voor de voeding van hormoonklieren zorgen
C. zorgen voor snelle reacties op bepaalde prikkels

1. hormonen regelen de werking van organen die er gevoelig voor zijn
2. hormonen zorgen voor de voeding van veel hormoonklieren
3. hormonen zorgen voor snelle reacties op bepaalde prikkels

Welke hormoonklier maakt hormonen die de werking van de eierstokken beïnvloeden?
A. alvleesklier / B. hypofyse
C. schildklier / D. bijnier

1. Alvleesklier
2. Hypofyse
3. Schildklier
4. Bijnier

Stelling: hormonen werken sneller dan impulsen
A. juist / B. onjuist

1. Juist
2. Onjuist

Hebben hormoonklieren afvoerbuizen?
A. Nee, ze geven de hormonen rechtstreeks aan de doelcellen
B. Nee, ze geven hormonen rechtstreeks aan het bloed af
C. Nee, hormonen gaan via de zenuwen naar de hersenen
D. Ja, ze hebben afvoerbuizen

1. Nee, ze geven de hormonen rechtstreeks aan de doelcellen
2. Nee, ze geven hormonen rechtstreeks aan het bloed af
3. Nee, hormonen gaan via de zenuwen naar de hersenen
4. Ja, ze hebben afvoerbuizen

Wat regelen de hormonen uit de alvleesklier?
A. adrenaline in je bloed
B. hoeveelheid suiker in je bloed
C. de groeispurt in de puberteit / D. de verbranding

1. adrenaline in je bloed
2. hoeveelheid suiker in je bloed
3. geven hormonen af
4. zorgen voor verbranding

Waar liggen de eilandjes van Langerhans en wat maken ze?
A. alvleesklier, insuline en glucagon
B. alvleesklier; glycogeen
C. schildklier; insuline en glucagon
D. schildklier; glycogeen

1. alvleesklier; insuline en glucagon
2. alvleesklier; glycogeen
3. schildklier; insuline en glucagon
4. schildklier; glycogeen

Geef bij elke hormoonklier de naam en het hormoon die deze klier produceert

Groeihormoon

Schildklierhormoon

Adrenaline

Insuline

Glucagon

Testosteron

Oestrogeen

Hypofyse

Schildklier

Bijnier

Alvleesklier

Teelbal

Eierstok

HORMOONSTELSEL

ZENUWSTELSEL

snel

langzaam

impulsen

via bloed

kort

langdurig

via zenuwen

hormonen

4.6 (huis)werk

M WB 4.5: opdr. 2 t/m 15 en

Onderzoek boekje zintuigen  inleveren 

Oefentoets

Er volgen nu twee linkjes

Linkje 1: oefentoets Regeling (zenuwstelsel/reflex/hormonen etc.)

Linkje 2: oefentoets Zintuigen (oog/oor/neus etc.)

Wat ga je doen?

Stap 1: kies een linkje

Stap 2: maak de oefentoets

Stap 3: maak een screenshot van het eindresultaat

Stap 4: stuur de screenshot op via Teams

https:

https: