47. Blok 8, week 1, les 1 en flitles 1 Engelse leenwoorden

ENGELSE LEENWOORDEN

GEEN
ENGELSE LEENWOORDEN

1 / 31
suivant
Slide 1: Question de remorquage
SpellingBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

ENGELSE LEENWOORDEN

GEEN
ENGELSE LEENWOORDEN

Slide 1 - Question de remorquage

Lesdoel 7
Ik kan Engelse leenwoorden goed schrijven.
Dit zijn weetwoorden dus onthoud ze goed!

Slide 2 - Diapositive


WAT IS GOED?
A
het tikket
B
het ticket
C
het tieket
D
het tiecet

Slide 3 - Quiz


de goochel.........

Slide 4 - Question ouverte


de .........

Slide 5 - Question ouverte


de .........

Slide 6 - Question ouverte


de .........

Slide 7 - Question ouverte


de .........

Slide 8 - Question ouverte


het .........

Slide 9 - Question ouverte


de .........

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Wat zijn de Engelse leenwoorden?
Morgen gaan we naar de camping!
Onze caravan staat er al.
De eerste avond hebben we altijd een barbecue.
Daarna spelen we badminton op het gras.
Ik ga mijn computer echt niet missen!

Slide 12 - Diapositive

Het zijn weetwoorden, toch gelden voor sommige woorden regels uit de Engelse taal:

In sommige Engelse leenwoorden klinkt de a als een /e/.
Bijvoorbeeld bij laptop.

Sommige Engelse leenwoorden eindigen op -tch.
Bijvoorbeeld bij stopwatch. Je hoort /tsj/, maar schrijft tch. 

Sommige Engelse leenwoorden eindigen op sh.
Bijvoorbeeld bij cash. Je hoort /sj/. maar schrijft sh.

In sommige Engelse leenwoorden klinkt de a of ai als een /ee/.
Bijvoorbeeld bij cake en trainer. Je hoort /ee/, maar schrijft a of ai. 

.

Slide 13 - Diapositive

Het zijn weetwoorden, toch gelden voor sommige woorden regels uit de Engelse taal:

In sommige Engelse leenwoorden klinkt ee of ea als een /ie/.
Bijvoorbeeld bij team of weekend. Je hoort een /ie/, maar schrijft ea of ee. 

In sommige Engelse leenwoorden klinkt oo als een /oe/.
Bijvoorbeeld bij scooter. Je hoort een /oe/, maar schrijft oo. 

In sommige Engelse leenwoorden klinkt oa als een /oo/.
Bijvoorbeeld bij goal. Je hoort een /oo/, maar schrijft oa. 

In sommige Engelse leenwoorden klinkt u als /joe/.
Bijvoorbeeld bij computer. Je hoort /joe/, maar schrijft u.

Slide 14 - Diapositive

tram
goal
team
design
scooter
training
website
camping
weekend
bodywarmer

Slide 15 - Diapositive

Welk woord is goed gespeld
A
bodiewarmer
B
boddywarmer
C
bodywarmer
D
bodiwarmer

Slide 16 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
kamping
B
camping
C
cemping
D
kemping

Slide 17 - Quiz

Welk woord is fout geschreven
A
barbeque
B
disign
C
bodywarmer
D
weekend

Slide 18 - Quiz

lesdoel 8
Ik kan woorden met een g die klinkt als een zj correct schrijven.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Question de remorquage


Slide 21 - Question ouverte


Slide 22 - Question ouverte


Slide 23 - Question ouverte


Slide 24 - Question ouverte


Slide 25 - Question ouverte


Einstein was een ....

Slide 26 - Question ouverte


Gebruik jij .......

Slide 27 - Question ouverte


Dit is een ...... Rembrandt.

Slide 28 - Question ouverte


Wind is een ....

Slide 29 - Question ouverte


Wie is bij ons de .....

Slide 30 - Question ouverte

Blok 8, week 1
Thema 8 week 1
Les 1
Flitsles 1

Klaar dan:
plussen

Slide 31 - Diapositive