Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
H4.5 Woorden
Slide 1 - Diapositive
4.5 Woorden les 1
Slide 2 - Diapositive
Start van de les
Tas op de grond.
Telefoon in de telefoontas
Boek op tafel
Slide 3 - Diapositive
Doelen
In deze paragraaf leer je:
• ongeveer 25 nieuwe woorden;
• hoe je de betekenis van een woord vindt in de tekst.
Slide 4 - Diapositive
Doel les: 4.5 Woorden
Ik kan 25 nieuwe woorden omschrijven.
We bespreken samen de woorden op bladzijde 37 en 39.
Slide 5 - Diapositive
Welk woord uit de woordenlijst past bij het plaatje?
Slide 6 - Question ouverte
Welk woord past?
Slide 7 - Question ouverte
Welk woord past?
Slide 8 - Question ouverte
Welk woord?
Slide 9 - Question ouverte
Opdrachten
Maak opdracht 1-2-3
Oefen met de woordentrainer
timer
5:00
Slide 10 - Diapositive
Even herhalen
Slide 11 - Diapositive
Woordbetekenis vinden in de tekst
Slide 12 - Diapositive
stappenplan moeilijke woorden
Slide 13 - Diapositive
Woordbetekenis vinden in de tekst
Lees je in een tekst een woord dat je niet kent?
> Lees dan eerst verder. Een schrijver legt een moeilijk woord vaak uit met een voorbeeld in de tekst. Je herkent dat aan het woordje bijvoorbeeld of zoals.
Slide 14 - Diapositive
Woordbetekenis vinden in de tekst
VOORBEELD:
Bij een intervalsport wissel je de mate van inspanning af, bijvoorbeeld bij voetbal. Het ene moment moet de speler rustig lopen, dan weer moet hij een sprintje trekken.