Kapitel 4 - Lektion 1 (Dienstag, den 30. Januar)

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

WILLKOMMEN !!

Was machen wir heute?

- Die Wechselpräpositionen; wie war das noch mal?

- einige Übungen mit den Wechselpräpositionen

- Hausaufgaben für morgen

Wechsel

Präpositionen

Wat zijn Wechselpräpositionen?

Keuzevoorzetsels (Wechselpräpositionen)

Hoeveel Wechselpräpositionen kent het Duits?

1. 7
2. 8
3. 9
4. 10

Schrijf de 9 Wechselpräpositionen op

Wechselpräpositionen (= +3/4)

Wechselpräpositionen -
Wo (waar) / Wann (wanneer)?

1. 3e: Dativ
2. 4e: Akkusativ

Wechselpräpositionen -
Wohin?

1. 3e: Dativ
2. 4e: Akkusativ

Wechselpräpositionen, notiere den richtigen Fall!

Das Buch liegt auf d....... Tisch (m) .

1. die
2. das
3. dem
4. der

Wechselpräpositionen, notiere den richtigen Fall!

Ich lege das Buch auf d....... Tisch (m) .

1. den
2. dem
3. der
4. ddie

Welke vraag stel je als er achter een keuzevoorzetsel een 3e naamval volgt? (Meerdere antwoorden goed)

1. Wann?
2. Wohin?
3. Warum?
4. Wo?

Er wartet vor dem Krankenhaus.
vor is een keuzevoorzetsel. Is het in dit geval de 3e of de 4e naamval?

1. 3e naamval
2. 4e naamval

In einer Stunde bin ich Zuhause.
in is een keuzevoorzetsel. Is hier sprake van de 3e of de 4e naamval?

1. 3e naamval
2. 4e naamval

In ___(welk) Jahr (o) bist du geboren?

(LET OP: keuzevoorzetsel!)

1. diesen
2. welchem
3. welchen
4. jedem

Keuzevoorzetsels: Als er sprake is van een beweging ergens naartoe, welke naamval krijg je dan?

1. 3e
2. 4e

De vorige zin luidde:
In WELCHEM Jahr (o) bist du geboren?
Welke vraag stelde je om tot de 3e naamval te komen?

1. WANN?
2. WO?

Hoffentlich sind die Wechselpräpositionen jetzt kein Problem mehr für dich!

Hausaufgaben für morgen:

L: Wechselpräpositionen

L: Lernbox Seite 52: Wörter Lektion 1 

M: Lektion 1 Aufgabe 9, 10