7 februari - hoofdletters en aanhalingstekens

Welkom!
Lezen
Nakijken
Hoofdletters en aanhalingstekens
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Lezen
Nakijken
Hoofdletters en aanhalingstekens

Slide 1 - Diapositive

Nakijken H4 (tussenletters en pv in vt) spelling opdr. 1 t/m 4 en H4 Formuleren opdr. 1 en 4

Slide 2 - Diapositive

Open je boek op bladzijde H5 Spelling en kijk mee...

Slide 3 - Diapositive

Welke vorm is juist geschreven?
A
bijbelverhaal
B
April
C
Middeleeuwen
D
beatrixcollege

Slide 4 - Quiz

Welke vorm is juist geschreven?
A
Jarik De Boer
B
jarik de boer
C
Jarik de Boer
D
J. De Boer

Slide 5 - Quiz

Welke vorm is juist geschreven?
A
West- friesland
B
West-Friesland
C
west-friesland
D
west-Friesland

Slide 6 - Quiz

Welke vorm is juist geschreven?
A
Engelse drop
B
Engelse Drop
C
engelse drop

Slide 7 - Quiz

Welke vorm is juist geschreven?
A
mevrouw E.g. van Vliet
B
Mevrouw E.G. Van Vliet
C
Mevrouw E.G. van Vliet
D
mevrouw E.G. van Vliet

Slide 8 - Quiz

Welke vorm is goed geschreven?
A
paaseieren
B
Paaseieren
C
paas-eieren
D
Paas-eieren

Slide 9 - Quiz

Welke vorm is goed geschreven?
A
Kerstboom
B
kerstmis
C
Kerstvakantie
D
kerstboom

Slide 10 - Quiz

Schrijf onderstaande regel foutloos:
merel wil jij vanavond op sam passen als wij naar de familie van vliet gaan vroeg vader

Slide 11 - Question ouverte

Schrijf onderstaande zin foutloos:
in haar boek hoe overleef ik de brugklas geeft francine oomen veel goede tips.

Slide 12 - Question ouverte

Schrijf onderstaande zin foutloos
de laatste woorden van de romeinse keizer nero waren een groot kunstenaar gaat met mij heen.

Slide 13 - Question ouverte

Schrijf onderstaande zin foutloos:
vaak stellen we dingen uit, omdat we denken dit kan wel wachten tot morgen

Slide 14 - Question ouverte

Maak OP FLUISTERTOON H5 spelling (hoofdletters en aanhalingstekens): opdrachten 1 t/m 4 

Slide 15 - Diapositive

Wat is de juiste spelling?
A
engelse drop
B
Engelse drop

Slide 16 - Quiz