Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.
Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit kan ontstaan.
Slide 3 - Diapositive
Afweer, waarvan?
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Lichaamsvreemde stoffen
Deze ziekteverwerkers bevatten lichaamsvreemde eiwitten dit noemen we antigenen.
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Wat is geen ziekteverwekker?
A
Schimmel
B
Virus
C
Bacterie
D
Viron
Slide 8 - Quiz
Afweer, waarmee?
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Antistoffen
De witte bloedcel die antistoffen aanmaakt kan maar 1 type antistof aanmaken dat specifiek is voor 1 type antigen
Dus hij kan maar 1 type ziekteverwerker doden.
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Immuniteit
Als je immuun bent betekend dit dat je voor een bepaalde ziekteverwerker al de juiste witte bloedcellen hebt die de juiste antistoffen kunnen maken voor die ziekteverwerker.
Dit zit dan constant in je lichaam en kan bij binnen dringen meteen deze doden.
Slide 13 - Diapositive
Natuurlijke immuniteit
Je lichaam heeft zelf de antistoffen aangemaakt en draagt deze nu bij zich.
Je bent natuurlijk immuun geworden.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Kunstmatige immuniteit
Bij een inenting/vaccinatie krijg je verzwakte of dode antigenen ingespoten van een ziekteverwerker.
Je lichaam gaat zelf antistoffen aanmaken maar wordt kunstmatig op gang geholpen.