Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 100 min
Éléments de cette leçon
2.3 Warmtetransport
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen deze les
Aan het eind van deze les kan je:
uitleggen wat warmte en temperatuur is.
drie vormen van warmtetransport opnoemen.
geleiding, straling en stroming uitleggen aan de hand van het deeltjesmodel.
Slide 2 - Diapositive
Planning
- Wat weten we al?
- Uitleg warmte en temperatuur
- Proefje warmtetransport
- Uitleg warmtetransport en isolatie
- HW: 27 t/m 29
-Heb je de leerdoelen gehaald?
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Wat is warmte?
Slide 5 - Carte mentale
Wat is temperatuur?
Slide 6 - Carte mentale
Warmte
Warmte is een energievorm waarmee je de temperatuur kan veranderen.
Symbool: Q
Eenheid: Joule (J)
Slide 7 - Diapositive
Temperatuur
De temperatuur geeft aan hoeveel bewegingsenergie de deeltjes in een stof hebben, of terwijl hoe hard ze trillen.
Symbool: T
Eenheid: Kelvin (K) of graden Celsius (°C)
Slide 8 - Diapositive
Weinig bewegingsenergie
Een beetje bewegingsenergie
Veel bewegingsenergie
Warmte toevoegen aan de stof
Warmte toevoegen aan de stof
Warmte toevoegen aan de stof
Warmte ontrekken aan de stof
Warmte ontrekken aan de stof
Warmte ontrekken aan de stof
Slide 9 - Diapositive
Let op!
In natuurkunde bestaat kou dus niet!
We hebben alleen te maken met een hoge of een lage temperatuur en warmte toevoegen of warmte weg halen.
Slide 10 - Diapositive
Wat is warmte?
A
De hoeveelheid bewegingsenergie van de deeltjes in een stof.
B
Een energievorm
C
Een lage temperatuur
D
Een hoge temperatuur
Slide 11 - Quiz
Wat is temperatuur?
A
Een energievorm
B
Hoe warm een stof is
C
Hoe koud een stof is
D
De hoeveelheid bewegingsenergie van de deeltjes in een stof.
Slide 12 - Quiz
Met welk symbool geven we warmte aan in de natuurkunde?
A
K
B
T
C
Q
D
J
Slide 13 - Quiz
Wat is een eenheid voor temperatuur?
A
K
B
T
C
Q
D
J
Slide 14 - Quiz
Een knikker heeft een temperatuur van 20 °C. De knikker licht in de zon en wordt hierdoor warmer en na een uur is de knikker 25 °C. De knikker heeft hierbij 42 J aan energie opgenomen. Welke bewering is waar?
A
De warmte van de knikker is met 5 °C gestegen
B
De knikker heeft 42 J aan warmte opgenomen
C
De knikker is in beide situaties koud
D
De knikker is in beide situaties warm
Slide 15 - Quiz
Op een warme zomerse dag kan je lekker afkoelen in het zwembad.
A
Natuurkunde taal
B
Spreektaal
Slide 16 - Quiz
Vuur heeft een hoge temperatuur
A
Natuurkunde taal
B
Spreektaal
Slide 17 - Quiz
Vuur is warm
A
Natuurkunde taal
B
Spreektaal
Slide 18 - Quiz
Door de warmte van een vuurtje kan je jezelf verbranden
A
Natuurkunde taal
B
Spreektaal
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Vidéo
Warmtetransport
Warmte kan van het ene voorwerp op het andere voorwerp worden overgedragen. Dat kan op drie verschillende manieren: geleiding, straling en stroming.
Slide 21 - Diapositive
Geleiding
De deeltjes in een vaste stof worden warm en trillen steeds harder. Ze botsen tegen de naastgelegen deeltjes aan. Die deeltjes gaan ook weer harder trillen. De warmte wordt door de stof geleid.
Slide 22 - Diapositive
Stroming
De deeltjes in een vloeistof of gas kunnen bewegen en verspreiden zich door de ruimte. Zij nemen de warmte mee. De warmte stroomt door de ruimte.
Slide 23 - Diapositive
Straling
De warmte wordt zonder tussenstof doormiddel van elektromagnetische straling van het ene naar het andere punt gestraald.
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Wat bedoelen we met warmtetransport?
A
Warmte die stilstaat
B
Warmte die zich verplaatst
C
Transport van radiatoren
D
Afkoeling
Slide 27 - Quiz
Wat is warmtestroming?
A
Warmte verplaatst zich MET de stof
B
Warmte verplaatst zich ZONDER hulp van stof
C
Warmte verplaatst zich DOOR de stof
Slide 28 - Quiz
Warmtetransport door vaste stoffen heet..
A
geleiding
B
stroming
C
straling
Slide 29 - Quiz
Alleen straling kan warmte transporteren zonder dat er tussenstof nodig is.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 30 - Quiz
Waarvan is dit plaatje een voorbeeld?
A
Straling
B
Stroming
C
Geleiding
Slide 31 - Quiz
Een ijsblokje smelt in je hand.
A
Straling
B
Stroming
C
Geleiding
Slide 32 - Quiz
De warmte gaat van de CV-ketel naar de radiatoren.
A
Straling
B
Stroming
C
Geleiding
Slide 33 - Quiz
De radiator geeft warmte af door...
A
Straling
B
Stroming
C
Straling en stroming
D
Straling, stroming en geleiding
Slide 34 - Quiz
Huiswerk
2.3
Slide 35 - Diapositive
Leerdoelen deze les
Aan het eind van deze les kan je:
uitleggen wat warmte en temperatuur is.
drie vormen van warmtetransport opnoemen.
geleiding, straling en stroming uitleggen aan de hand van het deeltjesmodel.
Slide 36 - Diapositive
Ik kan uitleggen wat warmte en temperatuur is.
😒🙁😐🙂😃
Slide 37 - Sondage
Ik kan drie vormen van warmtetransport opnoemen.
😒🙁😐🙂😃
Slide 38 - Sondage
Ik kan geleiding, straling en stroming uitleggen aan de hand van het deeltjesmodel.
😒🙁😐🙂😃
Slide 39 - Sondage
Heeft deze les jou geholpen de leerdoelen te bereiken?