Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Rekenvaardigheden H3 & 4
Rekenvaardigheden H3
1 / 29
suivant
Slide 1:
Diapositive
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Cette leçon contient
29 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Rekenvaardigheden H3
Slide 1 - Diapositive
Aan het einde van deze oefeningen kan je:
Brutoloon en nettoloon berekenen (H3)
Kostprijs per product en totale productiekosten berekenen (H4)
Winst berekenen (H4)
Afschrijvingen berekenen (H4)
Slide 2 - Diapositive
Brutoloon naar nettoloon
Brutoloon - inhoudingen = nettoloon
Slide 3 - Diapositive
Jouw brutoloon is €2.500,- en er wordt €700 ingehouden, wat is dan jouw nettoloon?
Slide 4 - Question ouverte
Mike heeft een brutoloon van €3.100, er wordt 37% ingehouden. Wat is zijn nettoloon?
1. Procenten uitrekenen
2. Nettoloon uitrekenen
Slide 5 - Diapositive
Amber heeft een brutoloon van €2.600, er wordt 29% ingehouden. Wat is haar nettoloon?
timer
1:20
Slide 6 - Question ouverte
Maak opdracht 16, 17, 18
timer
5:00
Slide 7 - Diapositive
Aan het einde van deze oefeningen kan je:
Brutoloon en nettoloon berekenen (H3) √
Kostprijs per product en totale productiekosten berekenen (H4)
Winst berekenen (H4)
Afschrijvingen berekenen (H4)
Slide 8 - Diapositive
Kostprijs per product
Totale productiekosten : aantal verkochte producten
=
kostprijs per product
Slide 9 - Diapositive
Bakker Janssen bakt 90 taarten. De productiekosten bedragen €189. Bereken de kostprijs per taart.
Slide 10 - Diapositive
Broodjeswinkel Delft verkoopt dagelijks gemiddeld 280 broodjes. De productiekosten zijn €352,20. Bereken de kostprijs per broodje.
timer
1:00
Slide 11 - Question ouverte
Totale productiekosten
Aantal verkochte producten x kostprijs per product
=
totale productiekosten
Slide 12 - Diapositive
Bakker Bart verkoopt 4.000 broodjes per week. De kostprijs per broodje is gemiddeld €0,90. Bereken de productiekosten.
Slide 13 - Diapositive
Scheepswerf IJsselhof bouwt 25 plezierjachten per jaar. De kostprijs per schip is gemiddeld €358.000. Bereken de totale productiekosten.
timer
1:00
Slide 14 - Question ouverte
Maak opdracht 20 t/m 23
timer
5:00
Slide 15 - Diapositive
Opdracht 21, 22 en 23 samen
Slide 16 - Diapositive
Aan het einde van deze oefeningen kan je:
Brutoloon en nettoloon berekenen (H3) √
Kostprijs per product en totale productiekosten berekenen (H4) √
Winst berekenen (H4)
Afschrijvingen berekenen (H4)
Slide 17 - Diapositive
Winst berekenen
Opbrengsten, inkomsten en omzet wordt door elkaar gebruikt
Opbrengsten - kosten = winst
Slide 18 - Diapositive
Het ijsparadijs heeft een jaaromzet van €145.000 omzet. De kosten zijn €85.000. Wat is dan de winst van het ijsparadijs?
Slide 19 - Diapositive
Jenny heeft haar eigen bedrijf, waarvan de opbrengst dit jaar €87.300 bedraagt. De kosten zijn €48.560,- Bereken hoeveel winst Jenny dit jaar heeft.
timer
1:00
Slide 20 - Question ouverte
Maak opdracht 24 en 26
timer
3:00
Slide 21 - Diapositive
Opdracht 26 samen
Slide 22 - Diapositive
Aan het einde van deze oefeningen kan je:
Brutoloon en nettoloon berekenen (H3) √
Kostprijs per product en totale productiekosten berekenen (H4) √
Winst berekenen (H4) √
Afschrijvingen berekenen (H4)
Slide 23 - Diapositive
Afschrijving berekenen
Aankoopprijs (- restwaarde) : aantal jaren dat je het product gebruikt
Slide 24 - Diapositive
Yasmila heeft 5 jaar geleden een nieuwe telefoon gekocht voor €1000,- Nu verkoopt ze haar telefoon voor €250,-
Wat zijn haar afschrijvingen per jaar?
Slide 25 - Diapositive
Sybrand koopt een nieuwe laptop voor €1.398,- Sybrand rekent erop dat het apparaat drie jaar meegaat. Bereken de afschrijving per jaar.
timer
1:00
Slide 26 - Question ouverte
Maak opdracht 28 en 29
timer
3:00
Slide 27 - Diapositive
Opdracht 30 samen
Slide 28 - Diapositive
Aan het einde van deze oefeningen kan je:
Brutoloon en nettoloon berekenen (H3) √
Kostprijs per product en totale productiekosten berekenen (H4) √
Winst berekenen (H4) √
Afschrijvingen berekenen (H4)
Slide 29 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Productie
Janvier 2019
- Leçon avec
26 diapositives
par
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
economie voor vmbo
Rekenopgaven & antwoorden Hoofdstuk 4
Avril 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
2021 2VM H4 Rekenen
Février 2021
- Leçon avec
11 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Leerjaar 4 Economie Hst 3 paragraaf 1 Wat zijn de kosten?
Novembre 2018
- Leçon avec
10 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
2021 2VM H4 Rekenen
Septembre 2024
- Leçon avec
12 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
2021 2VM H4 Rekenen
Janvier 2021
- Leçon avec
12 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
H3 je eigen bedrijf les 2
Avril 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
H4 rekenen bk2a
Mars 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2