2hva 26-9-2024 - H2 woordenschat 2e les

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom bij Nederlands!

Todo:

• liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?
  

Op tafel heb je liggen:

• lesboek
  
• schrift
• pen

Wat gaan we deze les doen

• Verder met H2, Woordenschat (v.a. blz. 54)
  

       Metaforen en personificatie 

       (en metonymie (vwo))

Huiswerk bespreken

Bespreken huiswerk H1 WS: opdrachten 1 t/m 4

Iedereen:

Na deze lessen kun je:

metaforen en personificaties herkennen en begrijpen.

Vwo:

Na deze lessen kun je:

metonymie herkennen en begrijpen. 

Doel

Weten we het nog?

• Wat is een vergelijking:
• 2 dingen naast elkaar die op elkaar lijken (object (o) en beeld (b)).
• Wat is een metafoor: 
• object en beeld vallen samen.
• Mijn kamer is een slagveld
• Hij is een wandelende encyclopedie.
• Vaak in de vorm van een spreekwoord.
• De appel valt niet ver van de boom.

Weten we het nog?

Wat wordt er bedoeld met personificatie:

• Een voorwerp, plant, dier of abstract begrip krijgt een menselijke eigenschap.
• De wind fluistert door de bomen.
• De tijd kruipt voorbij.
• De auto kreunde onder het zware gewicht. 

Niemand wil vriendin zijn met zo'n heks.
(Wat wordt daarmee bedoeld?)

1. De betreffende persoon is heel lief.
2. De betreffende persoon is heel lelijk.
3. De betreffende persoon is heel gemeen.

Wat is een voorbeeld van een personificatie?

1. De stoel kreunde onder zijn gewicht.
2. Zijn hoofd lijkt wel een varkenskop
3. Karel kreeg op zijn veertiende eindelijk de baard in de keel.

Welke zin bevat een personificatie?

1. Die Van Gogh is heel veel geld waard.
2. De zon kust de zee.
3. Ik heb honger als een paard
4. De appel valt niet ver van de boom.

Welke vorm van beeldspraak is een 'personificatie'?

1. Ze kreunde als een barende vrouw.
2. De bomen kreunden onder de laag sneeuw.

Welk van de onderstaande beeldspraken is een personificatie.

1. De wind stoeide met de bladeren.
2. Na de voorstelling klapte de zaal.
3. Zij is zo vlug als water.

"Het papier is geduldig."
Is dit een personificatie?

1. ja
2. nee

Weten we het nog? 

Wat is metonymie?

• Metonymie => niet gebaseerd op overeenkomst.
• => ander verband tussen object (o) en beeld (b).

• Hij heeft een Rembrandt aan de muur hangen. 

Bespreken H2 WS (blz. 54) opdracht 1

Wat:

H2 WS (blz. 54)

Havo en vwo:

Ga verder met opdracht 2 . 

Hoe:
Samen met je buurman of 

buurvrouw.

Klaar?

Havo: Ga verder met opdrachten 3 en 4.

Vwo: maak 4 uit het h/v-boek en de opdrachten 1, 3 en 5 (blz. 55) van het blad.

Heb je alles af, pak dan je leesboek uit de kast.  

Hulp nodig?

Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 

Vraag het de docent als

je het echt niet meer weet.

geel: fluisterniveau 

Overleg met diegene naast je

groen:  fluisterniveau 

Overleg met diegene naast je of vraag het

de docent  

Aan het werk!

Iedereen:

Na deze lessen kun je:

• metaforen en personificaties herkennen en begrijpen.
  

Vwo:

Na deze lessen kun je:

• metonymie herkennen en begrijpen. 

Doel

Huiswerk

maandag 30 september:

H2, WS (blz. 54 enz.)

Iedereen

Maken: opdrachten 1 t/m 4

vwo:

maken: opdrachten 1, 3 en 5 (metonymie) (Staan op het blad dat je hebt gekregen.)

Leren:

Iedereen

theorie H1 (blz. 24) en woordenlijst H1 (in SOM)

theorie H2 (blz 54) en doorlezen woordenlijst H2 (in SOM)

vwo

theorie H2 metonymie