Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Stunde 4 - ich
Slide 1 - Diapositive
De vorige les
Hoe kun je iemand begroeten in het Duits?
Hoe kun je afscheid nemen van iemand in het Duits?
uitspraak sis-klanken: s, ß, sch, z
uitspraak umlaut: ä, ö, ü
Slide 2 - Diapositive
De vorige les
Hoe spreek je deze woorden uit? (sis-klanken)
die Hose
heißen
zusammen
die Schule
Slide 3 - Diapositive
De vorige les
Hoe spreek je de woorden uit?
das Mädchen
der Löwe
die Mütter
Slide 4 - Diapositive
Deze les:
die Zahlen
Personalpronomen
Wortschatz
Klein- und Großschreibung
Bingo
Slide 5 - Diapositive
Zahlen
Aufgabe 4.1 Seite ???
Kijk naar de video en verbind de Nederlandse getallen met de Duitse vertaling.
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Slide 8 - Diapositive
Lesen
Aufgabe 4.2 Seite ???
Lees de tekst en beantwoord de vragen.
Slide 9 - Diapositive
Personalpronomen
Slide 10 - Diapositive
Wortschatz
Aufgabe 4.4 Seite ???
Schrijf de Duitse woorden onder de plaatjes.
Gebruik hiervoor de woorden op bladzijde
Slide 11 - Diapositive
Klein- und Großschreibung
Aufgabe 4.5 Seite ???
Lees de Duitse tekst en kijk goed wanneer er een hoofdletter gebruikt wordt.
Wat zijn de regels
denk je?
Slide 12 - Diapositive
Hoofdletters Duits
Aan het begin van de zin.
Bij namen van plaatsen, mensen en dieren.
Bij zelfstandige naamwoorden.
Slide 13 - Diapositive
Klein- und Großschreibung
Aufgabe 4.4 Seite ???
Lees de Duitse tekst. Welk woord moet met een hoofdletter
geschreven worden?
Markeer dat woord.
Slide 14 - Diapositive
Aufgabe 4.6 Seite ???
Kies 9 getallen van 0 t/m 20 en schrijf deze in jouw bingokaart.
De docent noemt steeds (in het Duits) een getal, als je dit getal hebt opgeschreven streep je hem door. Wie als eerste een rijtje heeft, mag bingo roepen.
Slide 15 - Diapositive
Sprechen
Aufgabe 4.7 Seite ???
Je werkt in tweetallen. De ene persoon is rol A, de andere persoon is rol B. Oefen het gesprekje en wissel daarna van rol.