AGZ - introductie

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

keuzevak 

Assisteren 

in de gezondheidszorg

Wat gaan we vandaag doen 

Start laatste keuzevak: Assisteren in de gezondheidszorg

Doornemen planning

Start blok 1 

Blok 1: In het gezondheidscentrum

Welke beroepen zijn er op het gebied van
assisteren in de gezondheidszorg?

Bij welke beroepen is zelfstandig kunnen werken belangrijk?

1. Apothekersassistent
2. Doktersassistent
3. Verpleegassistent
4. Tandartsassistent

Over welke kennis moet een tandartsassistente beschikken?

1. Anatomie van het gebit
2. Vervaardigen van kunstgebit
3. Werking van de spijsvertering
4. Mondhygiëne

Wat is de belangrijkste taak van een apothekersassistente?

1. Medicijnen in doosjes inpakken
2. De hele bijsluiter voorlezen aan de patiënt
3. Uitleg geven over medicatie
4. Medicijnen voorschrijven

Welke medisch-technische handelingen mag een doktersassistente uitvoeren?

1. Oren uitspuiten
2. Wratjes aanstippen
3. Bloeddruk meten
4. Oorgaatjes prikken

Hoe noem je dit instrument?

1. Horrorscoop
2. Borstkijker
3. Stethoscoop
4. Doktersslang

Wat is een zorgverlener?

1. Iemand die zorg geeft
2. Iemand die zorgt krijgt
3. Iemand die geen zorg nodig heeft
4. Iemand die een ander zomaar helpt

Welke zorgverleners kunnen er in een
gezondheidscentrum bij elkaar zitten?

Gezondheidszorg in Nederland

Eerstelijns zorg (geen verwijzing): huisarts, fysiotherapeut, tandarts. 

Tweedelijns zorg (wel een verwijzing): specialisten in het ziekenhuis. 

Plaats van behandeling 

Intramurale zorg: Binnen de muren van een instelling 

     Bijv. zorg in ziekenhuis, verpleeghuis, psychiatrische instelling 

Extramurale zorg: Buiten de muren van een instelling 

     Bijv. zorg aan huis, kraamzorg 

Transmurale zorg: zowel in een instelling als daarbuiten 

     Bijv. zorg voor patiënten met een lichamelijke aandoening     (operatie/thuiszorg) 

Semimurale zorg: tussen intramurale en extramurale zorg. 

     Bijv. Aanleunwoning of dagopvang. 

Taken en functies in de zorg

Zorgbehoefte van de patient: 

1. Curatieve zorg: gericht op genezing

2. Preventie: voorkomen van ziekten

3. Leven met een ziekte of handicap

4. Geboortezorg: kraamzorg, verloskundige

5. Palliatieve zorg: in de laatste levensfase

Aan de slag

Maak de volgende opdrachten:

• Opdracht 1.1 en 1.2
• Opdracht 2
• Opdracht 3 (3.5 niet)
• Opdracht 4
• Opdracht 8