Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Uitleg
tekstdoelen
verwijswoorden
tekstverbanden
Slide 1 - Diapositive
Wat is hiervan het tekstdoel?
Slide 2 - Question ouverte
Noem een voorbeeld van een tekst met het tekstdoel: informeren.
Slide 3 - Question ouverte
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Vera doet het trucje voor. ________ zegt:
‘Zo moet je ________ doen.’
deze
die
hij
zij
het
Slide 6 - Question de remorquage
Welke verwijswoorden horen in deze zin?
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Het drumstel is van Davids vader,
maar ________ gebruikt ________ niet meer.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze
Slide 7 - Question de remorquage
Aan de slag!
Je maakt van 4.3 opdracht 1 t/m 5
Slide 8 - Diapositive
Wat weet jij van tekstverbanden?
Slide 9 - Carte mentale
Wat is een tekstverband?
de manier waarop zinnen en alinea's met elkaar te maken hebben.
er zijn meerdere soorten tekstverbanden
je kunt tekstverbanden herkennen aan signaalwoorden
Slide 10 - Diapositive
Welk tekstverband ken je al?
Slide 11 - Question ouverte
Wat is het tekstverband in de onderstaande zin? Ik ga eerst naar school, dan ga ik huiswerk maken, vervolgens ga ik hockeyen en ten slotte kijk ik nog een half uurtje televisie.
Slide 12 - Question ouverte
Aan welke signaalwoorden zie je dat? Ik ga eerst naar school, dan ga ik huiswerk maken, vervolgens ga ik hockeyen en ten slotte kijk ik nog een half uurtje televisie.
Slide 13 - Question ouverte
Aan welk woord zie je dat dit een tegenstelling is? In het weekend heb ik een baantje, maar door de week heb ik daarvoor geen tijd.
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Diapositive
Tijdsvolgorde
Boaz sprong in de lucht, nadat hij hoorde dat hij was geslaagd.
Slide 16 - Diapositive
Aan de slag!
Je maakt van 4.3 opdracht 6 t/m 20 > 15 overslaan!