Paragraaf 8.3

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

10​6​​=1.000.000

1. Waar
2. Niet waar

10​8​​=1.000.000.000

1. Waar
2. Niet waar

Als de exponent van de macht van 10 één hoger wordt komt er één 0 bij

1. Waar
2. Niet waar

2.589.362=2,6⋅10​6​​

1. Waar
2. Niet waar

Goedemiddag allemaal

Wat gaan we vandaag doen?

-Lesdoel deze les

-Opdracht 25 bespreken

-Uitleg: kleine getallen

-Opdracht 29 & bespreken

Opdracht 30 & bespreken

Lesdoel deze les

Ik kan uitleggen wat er met de komma gebeurd als er een negatief getal in de macht van 10 staat.

Ik kan kleine getallen in de wetenschappelijke notatie opschrijven.

Opdracht 25 bespreken

Vul in op je rekenmachine
10 ^ (-) 4
Wat komt er op je rekenmachine

1. 10.000
2. 0,01
3. 0,0001
4. Syntax error

Kleine getallen

2 x 10^-3

0,000 000 000 016

Hele kleine getallen kunnen ook in de wetenschappelijke notatie.

De exponent van 10 wordt dan negatief

Als de exponent negatief is dan gaat de 

komma naar links

Opdracht 29 blz. 136

Opdracht 30 blz. 136

Klaar? werk verder aan 31 en 32 (blz. 136)

Aan de slag

Wat? Opdracht 28 t/m 32 (blz. 135 / 136)

Hoe? Gebruik je rekenmachine

De som hoeft niet worden opgeschreven, enkel je antwoord

Hulp? Fluisterend overleggen

kom je er samen niet uit --> steek je hand op

Klaar? Kijk de opdrachten na via Magister

Maak opdracht E1, E2, E3 op blz. 137

Als er een negatief getal in de macht van 10 staat, dan gaat de komma naar:

1. Links
2. Rechts