Dier, lj.2 - les 1 - paard & geit als productiedier

1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
GroenMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Productie dieren
paarden, geiten en schapen

dieren die je in grote aantallen in een stal houdt en die producten leveren waar je een inkomen mee kan verdienen

Slide 2 - Diapositive

Welke woorden zijn belangrijk in de uitleg van "productiedieren"

Slide 3 - Question ouverte

Lesdoelen periode 3
  • je kan vertellen wat producten zijn van paarden, schapen en geiten
  • je kan vaktermen uitleggen die horen bij de voortplanting.
  • je kan adviseren wat een paard, schaap of een geit nodig heeft (gedrag, voeding, huisvesting, welzijn).
  • je kan een aantal paarden-, schapen- en geitenrassen herkennen.




Slide 4 - Diapositive

Nut (producten van paarden)
  • als lastdier
  • als rijdier (bijv. in de sport: dressuur, mennen, springen, western, lange afstand ritten en nog meer soorten sporten)
  • voor vlees
  • voor melk
  • als natuurbeheerder (landschap open houden door jonge planten/bomen op te eten)

Slide 5 - Diapositive

Paardenmelk

Slide 6 - Diapositive

welke dieren maken melk?
A
alle dieren
B
gewervelde dieren
C
alle zoogdieren
D
sommige dieren

Slide 7 - Quiz

Wat moet er eerst gebeuren voordat een zoogdier melk maakt?
A
het dier moet goed eten en melk drinken
B
de moeder moet een jong krijgen
C
zo gauw er seks is geweest komt er melk
D
gebeurt gewoon

Slide 8 - Quiz

Wat zijn de verschillen?
Kies uit:
paard
koe 
tijdstip dat het jong weg gaat bij moeder
kleur en smaak
aantal uiers en stralen uit de uiers
hoeveelheid melk per dag
meteen weg
na 7 weken
4x 1
2x 2

Slide 9 - Question de remorquage

wat zijn (nog meer) producten van paarden?

Slide 10 - Question ouverte

paardenmelk is veel duurder dan koeienmelk. Waarom kopen mensen het dan toch?
A
mensen laten graag zien dat ze geld zat hebben
B
paardenmelk is lekkerder
C
als iemand een koemelk-allergie heeft
D
in paardenmelk zitten betere voedingsstoffen

Slide 11 - Quiz

Een van de rassen die geschikt zijn voor het opvangen van paardenmelk is de "Haflinger".

Slide 12 - Diapositive

Wat is een "drachtige merrie"?
A
een vrouwelijk paard met een baby in de buik
B
een getrouwd dier dat iets draagt
C
een vruchtbaar paard
D
een draagmoeder bij paarden

Slide 13 - Quiz

Hoe noem je een mannelijk paard?
A
een merrie
B
een veulen
C
een ram
D
een hengst

Slide 14 - Quiz

productieve geiten

Slide 15 - Diapositive

gangbaar geitenmelkbedrijf

Slide 16 - Diapositive

gangbang bedrijf-met geboorte

Slide 17 - Diapositive

modern biologisch melkbedrijf

Slide 18 - Diapositive

modern-makkelijk voor de boer

Slide 19 - Diapositive

welke producten leveren geiten?

Slide 20 - Question ouverte

Wat is een hygiënesluis bij een stal?
A
daar kan je je handen wassen
B
daar kan je je omkleden zodat ziektes buiten blijven
C
daar kan je douchen
D
daar staan schoonmaakmiddelen

Slide 21 - Quiz

waar hebben we op school ook dierverblijven met een sluis?
A
van het leslokaal 6 naar het dierlokaal
B
er is geen sluis
C
bij het muizeneiland
D
bij de kippen en volièrevogels

Slide 22 - Quiz

met welke persoonlijke beschermingsmiddelen moet je iets doen bij een hygiënesluis?
A
mondkapje, overall, haarnetje
B
laarzen, overall, gezichtschild
C
overall, handschoenen, laarzen, haarnetje
D
muts, schone schoenen, mondkapje

Slide 23 - Quiz

Per jaar geeft een geit 1528 liter melk. Er zijn 300 melkgevende dagen in een jaar. Hoeveel liter melk is er per dag?
A
5 liter
B
4 liter
C
458400 liter
D
1228 liter

Slide 24 - Quiz

Wanneer je 10 liter melk nodig hebt om 1 kg kaas te maken.
Hoeveel kaas kan je dan maken van de jaarproductie van 1 geit?
A
10 kg kaas
B
1528 kg kaas
C
5 kg kaas
D
152,8 kg kaas

Slide 25 - Quiz

In de video's wordt gesproken over "percelen" gras. Wat zijn percelen?
A
een verfkwast gemaakt van gras
B
1 hectare grond
C
verpakte balen met gras
D
stukken grasland

Slide 26 - Quiz

Waar worden die graspercelen voor gebruikt door de geitenboer?
A
zelf voer maken voor de winterperiode
B
wordt verkocht: geiten eten geen/amper gras
C
de geiten kunnen daar gras eten
D
worden gebruikt voor andere dieren op de boerderij

Slide 27 - Quiz

In de video's wordt gesproken over een "mestbassin". Wat is dat?
A
een zwembad waar je in mag poepen
B
een opslagplaats (zak of bak) voor vloeibare mest
C
een toilet voor dieren
D
een mesthoop

Slide 28 - Quiz

Wat is ruwvoer?
meerdere antwoorden zijn goed
link uitleg (10 vragen) over kuilvoer
https://www.fourages.nl/10-vragen-kuilgras
A
kuilvoer
B
brokken
C
hooi
D
gras

Slide 29 - Quiz

Wat is krachtvoer?
A
kuilvoer
B
brokken
C
haver
D
muesli

Slide 30 - Quiz

Welk voer krijgen geiten onbeperkt te eten?
A
ruwvoer
B
krachtvoer

Slide 31 - Quiz

Bij de geiten bedrijven zie je steeds geiten in groepen. Waarom?

Slide 32 - Question ouverte

hoe noem je een vrouwtjes geit?
A
lam
B
ooi
C
geit
D
teef

Slide 33 - Quiz

hoe noem je een mannetjes geit?
A
bok
B
ram
C
reu
D
hengst

Slide 34 - Quiz

wat is een dekbok?
A
een geit die een andere geit bedekt
B
een mannetje dat geiten mag bevruchten
C
een kleed dat je over een geit heen legt
D
een mannetje dat naar de slager gaat

Slide 35 - Quiz

Wat betekent inseminatie?
A
helder nadenken
B
iets bij elkaar brengen
C
iets inbrengen in een vrouwelijk lichaam
D
melkproductie op gang brengen

Slide 36 - Quiz

Is dit een natuurlijke dekking of kunstmatige inseminatie?
A
kunstmatige inseminatie
B
natuurlijke dekking

Slide 37 - Quiz

Wat gebeurt er op de afbeelding?
A
paard wordt bevrucht
B
sperma wordt opgevangen
C
paard wordt verzorgd
D
paard oefent hoe het moet dekken

Slide 38 - Quiz

waarom word sperma opgevangen? meerdere antwoorden goed
A
om per post te versturen in rietjes
B
zodat geen diertransport nodig is
C
anders gaat het sperma dood
D
je kan veel meer vrouwtjes bevruchten

Slide 39 - Quiz

wat doet een geit graag op een dag ofwel wat is haar natuurlijk gedrag?

Slide 40 - Question ouverte

Waarvoor moet je dus zorgen in een stal wanneer je het geiten naar de zin wil maken?

Slide 41 - Question ouverte

stalprincipes
Op welke manier worden dieren gehouden
in een stal - door de boer. Denk bijvoorbeeld aan:
  • gangbaar
  • scharrel
  • vrije uitloop
  • biologisch
Ieder principe heeft voor- en nadelen.

Slide 42 - Diapositive

Wat zijn voordelen van een gangbaar bedrijf?

Slide 43 - Question ouverte

Wat zijn nadelen van een gangbaar bedrijf?

Slide 44 - Question ouverte

wat zijn kenmerken van een biologisch bedrijf

Slide 45 - Question ouverte

Hoe herken je biologische producten?
deel 1
A
B
C
D

Slide 46 - Quiz

Hoe herken je biologische producten?
deel 2
A
B
C
D

Slide 47 - Quiz