Hygiëne

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgingBeroepsopleiding

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive



Handhygiëne 


Een goede handhygiëne door groepsleiding, maar ook door de kinderen, is een van de meest effectieve manieren om besmettingen te voorkomen.

Slide 2 - Diapositive

Wanneer moeten de handen worden gewassen?
Voor:

Slide 3 - Carte mentale

De handen moeten gewassen worden voor: 
- Bij binnenkomst en start van het werk
- het aanraken en bereiden van voedsel
- het eten of het helpen bij eten
- wondverzorging

Slide 4 - Diapositive

Wanneer moeten de handen worden gewassen?
na:

Slide 5 - Carte mentale

De handen moeten gewassen worden na: 
- hoesten, niezen en snuiten
- toiletgebruik/billen afvegen
- het verschonen van een kind
- contact met lichaamsvochten zoals, speeksel, snot, braaksel, ontlasting,
- wondvocht of bloed
- buiten spelen
- contact met vuil textiel of de afvalbak
- schoonmaakwerkzaamheden
- Na het aanraken van de hotspots (deurknoppen, waterkoker, etc)

Slide 6 - Diapositive


Tip!

Belangrijk bij dikwijls handen wassen, is het gebruik van enigszins vette
handcrème aan te raden, zodat de handen gaaf blijven ondanks het frequente wassen.

Slide 7 - Diapositive


Persoonlijke hygiëne 


Om verspreiding van micro-organismen naar andere mensen tegen te gaan is een goede persoonlijke hygiëne belangrijk. 

Slide 8 - Diapositive

  • Wondvocht en bloed kunnen een besmettingsbron zijn. Zorg dat open wondjes altijd zijn afgedekt met een waterafstotende pleister.  
  • Onder lange nagels, kunstnagels en geschilferde of gebrokkelde nagellak kunnen micro-organismen zich hechten en vermeerderen. 
  • De haren moeten schoon zijn. Lang haar bij voorkeur in een staart of opgestoken dragen. 
  • Kleding moet schoon zijn. 
Persoonlijke hygiëne  

Slide 9 - Diapositive

Wanneer moet je wegwerphandschoenen altijd dragen?
A
Alleen bij bloed
B
Bij bloed en eventueel besmet lichaamsvocht
C
Alleen bij eventueel besmet lichaamsvocht
D
Bij ontlasting

Slide 10 - Quiz


Wegwerphandschoenen altijd dragen wanneer er kans bestaat op contact met bloed of eventueel besmet lichaamsvocht. Na en voor het gebruik van wegwerphandschoenen altijd nog de handen wassen.

Slide 11 - Diapositive

• Leer de kinderen plaats te nemen zonder de handen op de pot te zetten.
• Sluit de eventueel aanwezige deksel bij het doorspoelen om verneveling van water te met bacteriën tegen te gaan.
• Na toiletbezoek handen wassen bij een op maat geplaatste wastafel in de directe nabijheid.
• Stromend water en vloeibare zeep gebruiken en goed (leren) afdrogen met
papieren handdoeken, of schone handdoek.
• Potjes na elk gebruik reinigen, potjes opbergen buiten bereik van de kinderen.
• De pedagogisch medewerker ziet er op toe dat er geen speelgoed mee naar het
toilet genomen wordt 
Peuter toilet 

Slide 12 - Diapositive

Verschonen
  • Het aanbrengen van zalf/crème wordt gedaan met vingercondooms.
  • Er worden alleen crèmes uit tubes gebruikt en niet uit potjes.   
  • We gebruiken geen handschoenen bij het verschonen, alleen bij bloederige diarree.
  • Verschoon kinderen op een daarvoor bestemde ondergrond.
  • Reinig het verschoonkussen na iedere verschoning.
  • Gooi luiers na gebruik direct in de luieremmer.
  • Het verschoonkussen mag niet gereinigd worden met billendoekjes. Er blijft een vette
  • laag op het verschoonkussen achter die een broedplaats kan zijn voor micro
  • organismen. 

Slide 13 - Diapositive



Pus en vocht


Bijv. bij oorontsteking : regelmatig deppen van het pus uit de oorschelp met een wattenbolletje en daarna goed handen wassen. Bij vocht: deppen van de plek. 

Slide 14 - Diapositive


Wanneer moet je desinfecteren?
A
Alleen bij bloederige diarree
B
Altijd bij diarree
C
Bij wondjes
D
Bij bloederige diarree en ander bloed

Slide 15 - Quiz



Desinfectie


Desinfecteer alleen wanneer daar een reden voor is. Onnodig desinfecteren werkt ongevoeligheid in de hand. Dit betekent dat bacteriën en virussen beter bestand worden tegen desinfecteermiddelen. 

Bij bijtincidenten waarbij bloed vrij komt wordt binnen 24 uur contact opgenomen met
de bedrijfsarts, huisarts of GGD. 

Slide 16 - Diapositive


Wat moet er gedesinfecteerd worden?

Alle oppervlakken die in aanraking zijn gekomen met het bloed of de bloederige diarree. Wanneer je handschoenen hebt gedragen is het voldoende de handen na te wassen met water en zeep. Wanneer je geen handschoenen hebt gedragen, moeten de
handen na te wassen met water en zeep en daarna gedesinfecteerd worden met hand
alcohol. 

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Hoeveel graden moet de koelkast zijn?
A
Tussen 2ºC en 5ºC
B
4ºC
C
7ºC
D
Tussen 4ºC en 7ºC

Slide 19 - Quiz


Voorkeur 4ºC

Moedermelk wordt direct in de koelkast bewaard bij een maximale temperatuur van 4ºC, indien de temperatuur hoger is in de koelkast wordt de moedermelk weggegooid en niet aan het kind gegeven.

Slide 20 - Diapositive


Hoeveel graden moet de vriezer zijn?
A
-18ºC
B
-10ºC
C
-20ºC
D
-8ºC

Slide 21 - Quiz

Wat is de minimale temperatuur voor de wasmachine?


A
40ºC
B
80ºC
C
60ºC
D
70ºC

Slide 22 - Quiz

Tot hoeveel graden moet je eten minimaal verhitten?
A
60ºC
B
75ºC
C
50ºC
D
80ºC

Slide 23 - Quiz

• De houdbaarheidsdatum van producten wordt voor ieder gebruik gecontroleerd.
• Gekoelde producten die langer dan 30 minuten buiten de koelkast zijn geweest
worden weggegooid.
• Geschild, gesneden of geprakt fruit wordt afgedekt.
• Zet nieuw binnengekomen producten altijd achteraan (first in first out);
• Bewaar zelf ingevroren producten niet langer dan 3 maanden.
• Zet het magazijn/koelkast/vriezer niet te vol. Houd het overzichtelijk.
• Verpakkingen moeten goed gesloten zijn 
Regels

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive